Mijn tijd
This Nexus Library edition is only published in Dutch
Nexus Bibliotheek deel II, gebonden editie, vertaling Paul Beers
Meine Zeit, de voordracht die Thomas Mann in 1950 uitsprak, is doordrenkt van de ware Europese geest, de grote humane ideeën. De vijfenzeventigjarige Mann blikt terug, niet op zijn leven, maar op zijn tijd, een tijd waarin hij ‘de eerste glorie van het nieuw gestichte Duitse Rijk’ meemaakte. Hij ziet terug op de Eerste Wereldoorlog, die hem ertoe bracht de romantische burgerlijkheid en het nationalisme te verdedigen. Meteen na de oorlog stapte hij af van dit gedachtegoed en pleitte hij als anti-nationalist voor een nieuw humanisme dat het totaal van ons bestaan omvat en de politieke werkelijkheid niet negeert. In Meine Zeit verklaart Mann dat zijn afkeer van elke vorm van totalitarisme gebaseerd is op het feit dat dergelijke ideologieën altijd de leugen vereren. Als schrijver kan hij niet anders dan toegewijd zijn aan de waarheid, het ideaal waar iedere mens naar moet streven.
De tijd werkt voor ons allemaal als wij hem laten begaan bij zijn proces van gelijkmaking en opheffing van tegenstellingen tot een hogere eenheid, en als wij, de enkeling en de volkeren, hem vervullen met het werk aan onszelf. De tijd is een kostbaar geschenk, ons gegeven om er verstandiger, beter, rijper, volmaakter in te worden. Hij is de vrede zelf, en oorlog is niets dan het woeste versmaden van de tijd, het uitbreken uit de tijd in zinloos ongeduld.
Speakers