Nexus66-web
Tijdschrift Nexus

Nexus 66

Meer dan ooit hopen we op de triomf van de wetenschap. Maar wat kost ons die zegetocht van het wetenschappelijk denken? Als alles draait om tellen en meten, wie leest er dan nog een boek? Wetenschap bestaat, omdat we de wereld willen begrijpen. Maar kunnen we die wereld wel echt begrijpen zonder kunst, filosofie of literatuur? Brengt de triomf van de wetenschap ons de ethische, morele en genetische verbetering van de mens – of zijn vernietiging?

Met essays van fysicus Robbert Dijkgraaf, kankerspecialist Siddhartha Mukherjee, neurowetenschappers Patricia Churchland en Antonio Damasio, astrofysicus Martin Rees, ethicus Julian Savulescu, schrijfster Marilynne Robinson en de filosofen A.C. Grayling, Allan Janik en Julian Nida-Rümelin. Het nummer wordt afgesloten met de tekst van de voordracht waarmee de jonge rechtsgeleerde Arjen Gerretsen de Nexus Connect Voordrachtwedstrijd 2013 heeft gewonnen.

Spreker bij

Newton-WilliamBlake

Conferentie

and the Secret of Man

The Triumph of Science

1 december 2013 13.00 - 17.45 Stadsschouwburg Amsterdam

Inhoudsopgave

De triomf van de wetenschap

Ruim vijftig jaar geleden voorspelde C.P. Snow in zijn The Two Cultures (1959) dat de kloof tussen de wetenschappen enerzijds en de kunsten en humaniora anderzijds uiteindelijk gedicht zou worden. Inderdaad bestaat deze kloof tegenwoordig niet meer: de wetenschappelijke cultuur domineert ons mens- en wereldbeeld en de kunsten, filosofie en humaniora hebben aan invloed ingeboet. Daarmee zijn wij volgens sommigen ons gevoel voor de kwaliteit van het bestaan kwijtgeraakt. De filosofische scepsis ten aanzien van de rede is groot. Maar is die gerechtvaardigd? Wie is de mens? Wat is het leven, en wat heeft waarde? Is er een antwoord op deze vragen, en waar is dat te vinden? Het overbruggen van de kloof tussen de twee culturen begint met een open en kritisch gesprek.

Zeker nu de wetenschap veruit dominant is, moet de vraag worden gesteld naar de betekenis van de verwetenschappelijking van onze samenleving. Waarom zegevieren de wetenschappen en zijn de humaniora alleen nog relevant als ze hun (economisch) nut kunnen bewijzen? Hoe verstandig is het om ons toekomst in handen te leggen van wetenschap en technologie? Mogen we van de wetenschap verwachten dat zij een eind maakt aan de tragedies van het menselijk bestaan? Zal de wetenschap ons tot een beter mens maken?

Twee culturen, één brein

Vertaling Marjolijn Stoltenkamp

Het evenwicht tussen de natuurwetenschappen en de geesteswetenschappen is verstoord en daardoor is de culturele asymmetrie tussen beiden toegenomen. Cognitief onderzoek alleen is echter niet voldoende om antwoord te geven op al onze vragen, al onze verlangens te bevredigen of ons van een moreel kompas te voorzien. Daarom moet natuurwetenschappelijk onderzoek bijgestaan worden door de geesteswetenschappen, zowel nu als in de toekomst.

Maar als we ons willen laten leiden door een moreel kompas, hebben we een combinatie van hulpmiddelen en strategieën nodig waarin aan de natuurwetenschap ontleende kennis weliswaar een rol speelt, maar waarbij ook praktische menselijke geesteshoudingen van belang zijn, en wel van de soort die zowel reële als door kunst en geesteswetenschappen verworven levenservaringen ons kunnen bieden.

De wetenschap moet zich breed maken

Toen C.P. Snow terecht waarschuwde voor de groeiende verwijdering tussen de alfa- en bètaculturen, werd hij in de eerste plaats gedreven door het maatschappelijk belang. Kennis staat nooit op zichzelf, en een van de grootste bedreigingen in onze moderne ‘kennismaatschappij’ is juist de toenemende kloof tussen kennis en samenleving. Deze kloof moet worden gedicht. De verschillende soorten kennis hebben een gedeelde bron – de menselijke nieuwsgierigheid – en een gedeelde toekomst, zeker als we voor ogen houden waar deze kennis uiteindelijk moet worden toegepast. Echte oplossingen voor de problemen die de wereld bedreigen kunnen alleen gezamenlijk worden gevonden.

Als de ‘triomf van de wetenschap’ van de laatste eeuw überhaupt al een overwinning is, is het een Pyrrusoverwinning gebleken. Sinds de tijd van Snow zijn de maatschappelijke problemen waar hij zich zo veel zorgen over maakte, alleen maar toegenomen.

Het gezond verstand zal zegevieren

Vertaling Gerda Baardman

Het idee dat de exacte wetenschap en de geesteswetenschappen met elkaar op gespannen voet staan, is een mythe. De spanning tussen vertrouwde aannames die ons wereldbeeld kleuren en de feiten die we waarnemen door zorgvuldige observatie, brengt soms afkeer van en vrees voor de wetenschap teweeg. De (neuro-) wetenschappelijke benadering wordt door sommigen gezien als een aanslag op de menselijke waardigheid en het geloof in morele verantwoordelijkheid. Maar het demoniseren van wetenschap is misleidend en gevaarlijk. Wetenschap streeft naar waarheid – over de fysieke wereld én over de geschiedenis en het wezen van de mens.

Het begrip morele verantwoordelijkheid wordt beslist niet ondermijnd door de inzichten van de neurowetenschap inzake menselijk gedrag en de oorzaken daarvan — integendeel, het krijgt zelfs een steviger, realistischer basis naarmate ons begrip van de neurologische grondslag van het moreel besef toeneemt.

Een lofzang op de menselijke ziel

Vertaling Menno Grootveld

De materialistische, neodarwinistische benadering van de neurowetenschappen gaat er vanuit dat alles verklaard kan worden. Dit vooringenomen standpunt verklaart echter niet het bestaan van onze niet-fysieke belevingswereld – het mysterie dat het terrein vormt van de humaniora en voortkomt uit wat we de menselijke ziel kunnen noemen. Juist deze belevingswereld vormt onze individualiteit en maakt ons menselijk. Door het belang van de geesteswetenschappen te ontkennen, bannen we dus onze menselijkheid uit.

Als Shakespeare een MRI-scan zou hebben ondergaan, is er geen reden om te geloven dat die meer bewijsmateriaal voor buitengewone genialiteit zou hebben opgeleverd dan voor het zelf of de aanwezigheid van een ziel.

Over het lijden – overpeinzingen van een arts

Vertaling Peter van Huizen

De ontwikkeling van de wetenschap heeft het denken over lijden onmiskenbaar beïnvloed. De opkomst van de microbiologische theorie bracht een fundamentele verschuiving in onze perceptie van lijden teweeg — van effect naar oorzaak. Maar veel moderne ziekten kunnen ook daarmee niet worden geduid. Het is tijd voor een nieuwe definiëring van lijden: niet in termen van oorzaak en gevolg, maar als een wanverhouding tussen je huidige existentiële toestand en je zelfbeeld en verwachtingen. Gevoelens van lijden zijn subjectief, en komen voort uit de kloof tussen verwachting en realiteit.

Geluk is een subjectieve toestand die wordt teweeggebracht door dat pakket neuronen, wanneer het een overeenstemming ervaart tussen zijn huidige situatie en omgeving en zijn doelen voor de toekomst. Genezing betekent voor mij verzoening. Verzoening van de elementen in die wanverhouding tussen het lot en ons zelfbeeld. En die verzoening kan door verschillende mensen op verschillende manieren tot stand worden gebracht.

Wetenschap en de poëzie van het leven

Vertaling Jan Willem Reitsma

De wetenschap berooft de menselijke ervaring niet van haar poëzie. Zij is geen vijand van de zingeving van het menselijk bestaan of van het streven van de kunsten en humaniora om ‘het geheim van de mens’ te onthullen. Er bestaat geen belangenconflict tussen de bezigheden van de ‘exacte wetenschap’ en de ‘humaniora: de wetenschap is juist een grote steun bij en een toonbeeld van de kunstzinnige en humanistische zoektocht van de mens om zichzelf en de wereld te begrijpen.

Ik ben er stellig van overtuigd dat aangezien de wetenschap zelf een product is van de menselijke creativiteit en intelligentie – schitterende vormen van artistieke en humanistische prestatie – ze geen bedreiging vormt voor die andere aspecten van de kunsten en humaniora die ons op directere wijze de vele interpretaties bieden van wat we de poëzie, de betekenis en het potentieel van het leven zouden kunnen noemen; want daarvan is de bevordering van het wetenschappelijk avontuur een centraal onderdeel.

We kunnen niet alles weten, maar wel onderzoeken

Vertaling Joris Vermeulen

Niet Snows ideeën over wetenschap en cultuur, maar zijn voorstelling van hoe wetenschap de kloof tussen rijke en arme landen kan verkleinen is tegenwoordig nog relevant. Academici hebben de verantwoordelijkheid om ons voor te bereiden op een toekomst waarin technologische ontwikkeling onze wereld en ons handelen zal veranderen. Wetenschap is een ‘work in progress’ dat ingezet moet worden om milieuvraagstukken en ethische kwesties in het publiek debat aan de orde te stellen.

Nu de impact van research zo veel groter kan zijn, zouden wetenschappers nog meer verantwoordelijkheid moeten voelen voor het wel en wee van de samenleving. Waarbij ze moeten accepteren dat ze zich als burgers uitspreken over de sociaal-economische en ethische aspecten van bepaalde ontwikkelingen, en niet als experts.

Waarom we een ethische revolutie nodig hebben

Vertaling Gertjan Wallinga

Wetenschap en ethiek zijn de twee belangrijkste disciplines voor heden en toekomst van de mensheid en de wereld. In de synthetische biologie worden ontdekkingen gedaan die even verreikende als onvoorspelbare gevolgen en evenzoveel potentiële voordelen als donkere kanten kunnen hebben. In een wereld waarin het vermogen om schade te berokkenen substantieel vergroot wordt door technologie, is het van levensbelang zowel een wetenschappelijke als een ethische revolutie te bewerkstelligen. De morele verheffing van de mensheid kan met behulp van wetenschap tot stand worden gebracht.

Doelbewust leven scheppen dat in de natuur niet zou kunnen bestaan. Dat is werkelijk God naar de kroon steken. Maar is het verkeerd? Dat is geen wetenschappelijke, maar een ethische kwestie. Net zoals Plato gelijk had dat zowel genot als wijsheid nodig en gezamenlijk voldoende is voor een goed leven, zo is zowel ethiek als wetenschap nodig en samen voldoende voor menselijke vooruitgang. Zonder de ander is elk van beide op zijn best nutteloos, op zijn slechtst gevaarlijk.

Daarom is geen reden

Vertaling Jan Tazelaar

Ondanks de ‘triomf van de (exacte) wetenschap’ wordt het publieke debat daar nauwelijks door beïnvloed. Daarin triomfeert het economisme. Daardoor – en niet door de natuurwetenschappen – worden de humaniora gemarginaliseerd. Alleen de neurowetenschappen sijpelen door in het publiek debat en vormen de bron van een openlijk anti-humanistische herziening van de menselijke natuur. Waar het naturalisme de causale rol van de rede, en redenen, ontkent, vormt het vermogen van de met rede begiftigde mens om door redenen te worden beïnvloed volgens het humanisme een voorwaarde voor beschaving. Dit humanistische kernpunt verdient het verdedigd te worden.

De neurofilosofie, opgevat als de filosofische aanvulling op empirisch neurofysiologisch onderzoek, stelt vrijwel alle kernelementen van de humanistische gedachte ter discussie: het idee van de menselijke verantwoordelijkheid en autonomie, het idee van het menselijk auteurschap en de menselijke waardigheid. Het fundamentele filosofische conflict draait om de rol van redenen voor overtuigingen en handelingen.

Wittgenstein, waarheid en wetenschap

Vertaling Jabik Veenbaas

De utopische pretentie van natuurwetenschap dat zij de moeilijkste levensvragen zou kunnen oplossen, werd al door Wittgenstein aan de kaak gesteld. Daarmee keerde hij zich niet van de natuurwetenschap als zodanig af: zowel wetenschap als religie en filosofie namen een belangrijke plaats in zijn denken en leven in. Wittgensteins denken kan de humaniora helpen in hun worsteling met de triomf van de wetenschap.

Dit hebben we dus van Wittgenstein geërfd: dat we de wetenschap kunnen bezien vanuit het perspectief van haar praktijk. Maar dat betekende weer dat het in principe een gewone menselijke activiteit was, een activiteit als alle andere, die zich in de loop der eeuwen op dramatische en vaak op verrassende wijze heeft ontwikkeld. Omdat die activiteit zo belangrijk is, zijn we haar gaan verheerlijken, maar daarmee wordt ze nog niet bovenmenselijk. We hoeven er zeker niet bang voor te zijn.

Kitty, bananen en de triomf van de wetenschap

De wetenschap heeft de mensheid veel gebracht, maar zal uiteindelijk niet bieden wat velen ervan verwachten. De humaniora kunnen dat evenmin. Een gedachtenexperiment laat zien hoe Wetenschap noch Filosofie ondanks hun pretenties de leergierige, intelligente en introspectieve mens kunnen overtuigen van het bestaan van een buitenmenselijke, universele waarheid.

Één ding is zeker: een wetenschap die zich geen rekenschap geeft van haar plaats, is gedoemd haar bevoorrechte positie weer te verliezen. De meeste mensen vinden vrede, veiligheid, gezondheid en geluk nu eenmaal belangrijker dan het beantwoorden van kennisvragen. De duurzame wetenschap zet daarom het plezier van de wetenschapper en het geluk van de mens voorop. Met bescheidenheid. Met toewijding. En met bijzonder veel plezier.