De nieuwe burgeroorlog & Red Europa!
De nieuwe burgeroorlog. Hoe populisme het open Europa bedreigt (2018)
Red Europa! Waarom Europa een republiek moet worden (2017)
Ulrike Guérot
Atlas Contact, Amsterdam
Door Thomas Huttinga, masterstudent Europees Recht
De geur van revolutie hangt in de lucht, de elites hebben het volk verraden en er woedt een heuse Europese burgeroorlog: de Duitse filosoof en historica Ulrike Guérot windt er geen doekjes om. Haar nieuwe boek De nieuwe burgeroorlog. Hoe populisme het open Europa bedreigt is niet alleen een waarschuwing over de teloorgang van de Europese eenheid, maar ook een vlammend betoog voor een ander Europa: terug naar de Europese gedachte en het ideaal van democratische eenwording. Guérot wil een politiek Europa, verenigd in een Europese republiek.
In Red Europa! Waarom Europa een republiek moet worden schetste ze eerder al haar ideaalbeeld voor een nieuw Europa. Het huidige Europa toont volgens Guérot namelijk diepgaande, structurele gebreken, die grotendeels voortkomen uit het verzinken van de Europese politiek in het moeras van de Brusselse technocratie. Op economisch gebied kreeg Europa in 2008 te maken met een zware bankencrisis die zij, bij gebrek aan een solide politiek fundament, niet het hoofd kon bieden. De Europese instituties en de Europese Centrale Bank maakten Griekenland tot het zwarte schaap, en de Grieken konden zich niet verweren tegen de Europese instellingen.
Het was het begin van de Europese postdemocratie: op Europees niveau is er geen democratie, en een nationale democratie kan zich niet onttrekken aan de uitspraken van Brussel, zodat van werkelijke soevereiniteit op nationaal niveau geen sprake meer is. In dit ‘niemandsland’ tussen de Europese postdemocratie en de nationale democratie bloeit vervolgens het populisme. De Europese burgers keren zich tot het nationalisme, omdat ze op het Europese toneel niet gehoord worden.
Maar wat ziet Guérot dan als alternatief? Hier ontvouwt zich haar idee voor een Europese republiek. Ze wil af van de fictieve, nationale soevereiniteit waar de Europese Unie op gebaseerd is, en vervolgens wil ze de stap maken naar een functionerende, transnationale Europese democratie. Een postnationale democratie, zo schrijft ze, die bestaat uit een netwerk van Europese regio’s en steden onder de beschermende koepel van een Europese republiek. Geen nationale staten, maar Europese regio’s. Geen natiestaat, maar een Europese regering, inclusief een Europees Congres en transnationale partijen en kiesdistricten. Een verandering waarin de Verenigde Staten van Europa zich tot de Europese Republiek zal hebben getransformeerd.
In haar boek over de nieuwe burgeroorlog is het dan ook nu of nooit voor Europa. Vandaag de dag, zo stelt Guérot, is Europa diep verdeeld tussen noord en zuid, oost en west. Door crisisverschijnselen en een confrontatie tussen de ‘elite’ en ontevreden populisten die claimen ‘het volk’ te vertegenwoordigen, tekent zich langzaam een Europese burgeroorlog af. Verliezers van de globalisering staan tegenover de winnaars ervan, jong tegenover oud, arm tegenover rijk, identitairen tegenover kosmopolieten: er woedt een transnationale en pan-Europese strijd, die er volgens haar voor zorgt dat de Europese nationale staten als politieke lichamen uiteenvallen. De eurocrisis en de daaropvolgende vluchtelingencrisis hebben de politieke verdeeldheid en de sociale, economische en culturele onenigheid in Europa verergerd en het klassieke systeem van de politieke partijen in Europa opgeblazen. Dit systeem is vervangen door een strijd tussen aanhangers van open grenzen tegen hen die de grenzen willen sluiten.
Hieruit ontstaat niet alleen de Europese burgeroorlog, maar ontstaat, door het verbrokkelen van de Europese nationale staten, ook de ruimte voor Guérots utopie: de Europese Republiek. De Europese burgers moeten hiervoor het voortouw nemen, door te strijden voor een verenigd Europa op grond van het beginsel van algemene politieke gelijkheid. Dit staat centraal in haar denken: elke Europeaan is gelijk en wordt ook gelijk vertegenwoordigd op politiek niveau binnen het Europese Congres. Haar republiek moet ontstaan vanuit een Europese Vormärz voor de politieke heroprichting van Europa met één markt, één munt en één democratie.
Dit is één van de sterke punten van haar betoog: haar streven naar een werkelijk ander Europa, en haar vermogen te denken vanuit een gedeeld Europees bewustzijn. De politieke inrichting van het huidige Europa, zo schrijft ze, is een verraad van de Europese geest. Het nationalisme en populisme versperren de weg naar een pan-Europese oplossing voor onze maatschappelijke problemen. Hier ziet Guérot verwantschap met de culturele strijd tussen Europese geest en nationale geesteloosheid die ook honderd jaar geleden al woedde: een conflict tussen het zoeken naar grenzen enerzijds en de ontwikkeling van de Europese geest, de Europese eenheids- en verbroederingsbeweging anderzijds. Ook toen deden talloze personen en verenigingen voorstellen voor een economisch en sociaal fundament van het geestelijke Europa. Denk bijvoorbeeld aan schrijvers of denkers als Stefan Zweig, Julien Benda of Heinrich Mann. Zweig schrijft bijvoorbeeld in De wereld van gisteren over zijn missie het idee van ‘de intellectuele en culturele eenheid van Europa’ te cultiveren. Deze denkers voelden zich Europeaan, en keken verder dan hun eigen nationaliteit. Het huidige Europa, zo schrijft Guérot, is tot en met de verdragsteksten uit die Europese geest ontstaan.
Deze manier van denken, het voeden van ons Europees bewustzijn, is juist wat we vandaag de dag nodig hebben. Dit bewustzijn is gestoeld op onze gemeenschappelijke geschiedenis en cultuur: het benadrukt onze verbondenheid en onze liefde voor de schoonheid van het continent Europa. Guérots Europese Republiek is dan ook een poging om Europa en de Europese geest voorop te stellen. Haar poging deze Europese geest leven in te blazen in ons huidige Europa, is dan ook alleen maar toe te juichen. Toch zitten hier juist ook de moeilijkheden, in de huidige, bittere realiteit. Want hoe realistisch zijn haar voorstellen eigenlijk?
De zwakte van haar betoog zit ook in haar visie op de totstandkoming van een Europese eenheid zonder natiestaten. Guérot beschrijft de burgeroorlog als een transnationale strijd, die ook de Europese nationale staten uiteen laat vallen. De huidige politieke tendens lijkt echter dat landen dreigen met het herinvoeren van grenzen en hun nationalistische belangen weer voorop willen stellen. Als we het hebben over het uiteenvallen van het huidige Europa, lijkt een terugkeer naar de voormalige nationale grenzen waarschijnlijker dan dat de nationale staten verbrokkelen. Daarnaast zit, zoals Stefan Zweig in 1934 al schreef, het nationalisme in ons onderwijs, onze kranten en onze taal. Het weghalen van nationale grenzen zal daarom niet helpen om mensen enthousiast te maken voor Guérots ‘ware Europa’. Ook de nationale staat zit namelijk verankerd in het huidige Europese project, en het weghalen hiervan zal het nationalisme mogelijk kunnen aanwakkeren. Luuk van Middelaar schrijft in zijn boek De nieuwe politiek van Europa hoe juist ‘het starre geloof dat het “ware Europa” tégen de lidstaten moet worden gebouwd, in plaats van mét hen, publieke scepsis en nationalisme voedt’.
De vraag is dus of Guérots politieke utopie niet juist het nationalisme verergert, en in hoeverre de Europese burgers de straat op zullen gaan om haar Europese republiek te verdedigen. Wat hierbij meespeelt is dat ons denken, ons bewustzijn nog overwegend nationaal is, net zoals ons onderwijssysteem en ons gevoel van identiteit. Haar idee van gelijkheid van Europese burgers stelt ook de Europese samenlevingen voor een fundamentele vraag: als Guerot het heeft over een Europese werkeloosheidsverzekering of een Europees basisinkomen, zijn we dan bereid te betalen voor de Italiaanse of Poolse burger zonder werk?
Voor Guérot is haar project er echter een van de lange adem: de grondwetgevende vergadering voor haar Europese republiek staat pas gepland op 8 mei 2045. Naast ons huidige nationale bewustzijn kan namelijk ook een Europees bewustzijn groeien. Haar radicale opvattingen zijn misschien geen praktische richtlijnen voor politiek handelen, maar een intellectuele schoktherapie die ons groter kan leren denken en dromen: dromen van een Europees continent verenigd onder één vlag, gedragen door de Europese burgers in een Europese democratie als product van de Europese geest.