detail_De-smalle-grens-tussen-vreugde-en-verdriet

De smalle grens tussen vreugde en verdriet

Nicolas Ancion e.a.
Cossee, Amsterdam, 2013
met een inleiding van Margot Dijkgraaf

 

Door Jan-Hendrik Bakker, filosoof, essayist, journalist.

Wanneer u op straat getuige bent van een ongeval, komt er waarschijnlijk een sterke emotie over u. ‘Ik was ontzet,’ zegt u dan als men u later vraagt waarom u zo lijkbleek op uw werk verscheen. Maar stel dat de collega die altijd uw loopbaanontwikkeling dwarsboomde te horen krijgt dat hij moet vertrekken wegens bezuinigingen – is wat u voelt dan blijdschap, angst om wat u te wachten staat misschien of toch ook medelijden? Wat u voelt, zult u voor een deel interpreteren. Emoties zijn chemische reacties in ons biologisch systeem, veroorzaakt door gebeurtenissen buiten ons; ze worden pas gevoelens als wij ze benoemen.

In De smalle grens tussen vreugde en verdriet leveren twaalf Europese schrijvers elk een kort verhaal of essay over de ambivalentie van onze emoties. Ze hebben daarbij als uitgangspunt het achtendertigste hoofdstuk van Michel de Montaigne uit het eerste deel van zijn verzamelde essays, waarin hij het op zich merkwaardige verschijnsel aan de orde stelt dat ‘Wij lachen en huilen om hetzelfde’; het motto van de Nacht van de Literatuur van voorjaar 2013.

Zoals altijd bij Montaigne illustreert hij zijn stelling met allerlei voorbeelden uit de klassieke literatuur. Antigonus barst in huilen uit als hem het hoofd van zijn aartsvijand koning Pyrrhus wordt aangeboden. De jonge bruid beeft van geluk om wat komen gaat, maar treurt ook om wat ze moet achterlaten; haar ouderlijk huis. Het menselijk gemoed is voor Montaigne een kookpot waar heel wat verschillende gerechten in liggen te pruttelen. Ons gevoelsleven is een heterogene soep.

De auteurs die in deze kleine, maar kwalitatief uitstekende bundel aan het woord komen, onderzoeken stuk voor stuk de aard van de dubbelzinnigheid van ons gevoelsleven. En daarvoor is de literatuur ook uitgevonden, denk ik; niet om onze emoties te benoemen en er ‘gevoelens’ van te maken, geïnterpreteerde en beredeneerde gewaarwordingen van lust en onlust, maar om te onderzoeken hoe mensen met deze ambivalenties leven. Sterker, het fluctueren van emoties hoort bij de menselijke existentie, omdat verandering ons lot is. ‘Mens zijn is leven in tussenruimtes,’ zegt de Turkse schrijfster Nihan Kaya heel treffend.

Dit dunne boekje is een thematische gelegenheidsbundel. Maar juist omdat het gekoppeld is aan een thema en niet uitsluitend aan een gelegenheid, heeft het een duidelijke meerwaarde. Hoe zoeken we onze weg langs gebeurtenissen waarvan we niet weten of we er blij mee moeten zijn of er juist om moeten treuren? De Tsjechische schrijver Jáchym Topol onderzoekt de subtiele nuances van rouw, ergernis en een zekere voldoening als hij vertelt over zijn stervende moeder, een drankzuchtige vrouw die op latere leeftijd Jezus vond. Waarderen we liefde van de anderen? We snakken er allemaal naar, maar als we haar krijgen kan ze ook handel worden. Lees de absurdistische vertelling van Etgar Keret, ‘De verjaardagenkoper’. Deze Israëlische schrijver lijkt mij een kansrijke kandidaat voor opvolging van Jorge Luis Borges. En zo kan iedere lezer zijn ontdekking doen in deze 75 pagina’s over de wankelheid van ons gemoed.

De smalle grens tussen vreugde en verdriet wordt ingeleid door Margot Dijkgraaf en bevat bijdragen van Nicolas Ancion, Marcel Beyer, Laurent Binet, Laura Sintija Černiauskaitė, Constantin Göttfert, Nihan Kaya, Etgar Keret, Gustavo Martín Garzo, Marja Pruis, Jáchym Topol, Krisztina Tóth en Christophe Vekema.