Kundera-vierkant

Een gekidnapt Westen

Een gekidnapt Westen
Milan Kundera
vertaald door Edgar de Bruin en Martin de Haan
Ten Have, 2024

Bestel dit boek  bij onze partner Athenaeum Boekhandel

 

Door Thomas Heij

In 1983 pakte het Franse tijdschrift Le Débat uit met een spraakmakend essay van een van de grootste Europese auteurs van dat moment. De beroemde filosofen Martin Heidegger en Michel Foucault stonden in hetzelfde nummer, maar toch was de hoofdmoot ‘Un Occident kidnappé. Ou la tragédie de l’Europe centrale’, oftewel ‘Een gekidnapt Westen of De tragedie van Midden-Europa’. Auteur: Milan Kundera.

Kundera woonde destijds al in Frankrijk, maar zijn thuisland Tsjechoslowakije lag al jaren achter het IJzeren Gordijn. Daarmee belichaamde Kundera een deel van wat hij de tragedie van Midden-Europa noemde. Kundera stond als schrijver in de traditie van de vrije en vrolijke geest van Rabelais en Diderot en zag zich gedwongen te vluchten voor een macht die precies die geest probeerde te vernietigen. Zo hoorde Tsjechoslowakije cultureel gezien bij West-Europa, maar politiek gezien was het nu ingelijfd door het antiwesterse Sovjet-Rusland.

Deze tragedie – want met miljoenen onderdrukte burgers, gewelddadig neergeslagen opstanden en duizenden doden, gevangenen en vluchtelingen was de Sovjetoverheersing onmiskenbaar een tragedie – was volgens Kundera geen drama van Oost-Europa of het communisme. Nee, dit drama hoorde bij West-Europa. Een heel deel van het vrije Europa was gegijzeld door de totalitaire Sovjets.

Kundera’s essay werd eerder al naar het Nederlands vertaald vanuit een Engelse vertaling, in 1984 voor de Volkskrant en in 2004 voor Nexus 38 – beide onder de titel ‘De tragedie van Midden-Europa’. Onlangs verscheen een nieuwe vertaling, direct uit het Frans vertaald door Martin de Haan, onder de titel Een gekidnapt Westen. De uitgave bevat ook ‘De onvanzelfsprekendheid van een natie’, een bijpassende lezing van Kundera uit 1967, uit het Tsjechisch vertaald door Edgar de Bruin. Daarin bepleit Kundera de kwetsbaarheid maar ook de culturele waarde van een natie, met speciale aandacht voor de grote rol die vertalers in Tsjechië speelden.

Dat Kundera’s tekst nu opnieuw verschijnt, heeft alles te maken met de oorlog in Oekraïne. Want ook nu probeert Rusland met oorlogsgeweld een deel van Europa te overheersen. In de kern maakte Kundera twee punten die relevant en actueel zijn.

Ten eerste betoogde hij dat de landen van Midden-Europa – Tsjechoslowakije, Hongarije en Polen – al eeuwen bij de Europese cultuur hoorden. De inwoners van Midden-Europa voelden zich verbonden met de geest van het vrije Europa. Omgekeerd groeiden Freud, Husserl en Mahler op in het oostelijke deel van Tsjechië, en Europa zonder hen is ondenkbaar.

Dit idee van Midden-Europa als eenheid kwam Kundera op kritiek te staan. Of de eenheid ‘Midden-Europa’ daadwerkelijk bestond, werd en wordt betwijfeld. Van Peter Handke kwam bijvoorbeeld de bekende uitspraak dat Midden-Europa niet veel meer is dan een meteorologische aanduiding.

Voor de huidige Oekraïense strijd is dit punt van Kundera bovendien wat ongemakkelijk. Want in Kundera’s beeld valt Oekraïne onder Oost-Europa. De grote invloed van het orthodox-christelijke geloof en het cyrillisch alfabet zijn twee grote culturele verschillen met de rest van Europa die Kundera aanstipt. Oekraïne kan zich ook niet beroepen op een Kafka of een Freud. Van Taras Sjevtsjenko, de grondlegger van de moderne Oekraïense literatuur, is in Nederland nog steeds geen boek te verkrijgen.

Toch kent de Oekraïense cultuur grote Europese invloeden, via de Poolse aristocratie die zich er vestigde en Franse en Italiaanse cultuurelementen meebracht; via de Habsburgers, die een deel van het land beheersten; en via de Joodse cultuur. De invloedrijke Europese schrijvers Joseph Roth, Bruno Schulz, Joseph Conrad en Paul Celan werden toch echt in het huidige Oekraïne geboren. Ook hedendaagse Oekraïense schrijvers als Andrej Koerkov, Serhii Plokhy en Oksana Zaboezjko worden in heel Europa gelezen.

En misschien nog belangrijker: Oekraïners voelen zich nu Europeaan en kiezen er zelf voor om bij Europa te horen. Dat is wel gebleken uit verkiezingen en hun hardnekkige verzet tegen de bezetting. De Oekraïners zijn intussen ook, net als de Tsjechen, Hongaren en Polen eerder, in opstand gekomen tegen de Russen en hun haat tegen Europa.

Ten tweede betoogde Kundera dat West-Europeanen waren vergeten dat Europa niet alleen bestond uit de Europese instituties en politiek, maar vooral uit een culturele eenheid, een geestelijke notie, een ideaal. De Sovjetbezetting was niet alleen een politieke ramp, maar ook een aanval op de Europese beschaving.

Die vergetelheid was de werkelijke tragiek volgens Kundera. Waar West-Europeanen de culturele dimensie van Europa hadden veronachtzaamd, daar beseften de door de Sovjets onderdrukte Midden-Europeanen juist al te zeer hoe belangrijk ze was. Als voorbeeld noemt Kundera dat de Midden-Europese opstanden tegen de dictatuur allemaal waren voorbereid door literaire tijdschriften, schrijvers, historici en filosofen. In het Westen speelden literaire tijdschriften – als ze überhaupt nog bestonden – geen rol van betekenis meer. De Midden-Europeanen die zo graag bij West-Europa wilden horen, verlangden in feite naar een Europa dat niet meer bestond, constateerde Kundera.

De situatie lijkt tegenwoordig niet heel anders. Tegenwoordig strijden Oekraïense soldaten en schrijvers ieder op hun manier voor hun eigen land, maar ook voor Europa en de geest van vrijheid, lichtheid en relativering. Veel West-Europeanen lijken intussen nog steeds weinig om die geest te malen. Nu Poetin de Oekraïense cultuur probeert weg te vagen en Europa blijft aanvallen, wordt het misschien eens tijd dat we die instelling hier in West-Europa veranderen.

Een gekidnapt Westen zet daartoe aan. Niet alleen door een actueel moreel appel, maar verrassend genoeg ook via de voetnoten, die bij de vorige publicaties ontbraken. In die noten vinden we namelijk een veelheid aan verwijzingen naar bekende en minder bekende schrijvers – van Musil, Miłosz en Konrád tot František Matouš Klácel, Jan Mukařovský en Václav Bělohradský. Zo toont Kundera wat een rijkdom de Europese cultuur en literatuur wel niet te bieden hebben. Daarmee is deze uitgave actueel, prikkelend én inspirerend.