Een oefening in leven site

Een oefening in leven

Filosofie als ambacht

Pablo M. Lamberti
Boom uitgevers, 2024

Bestel dit boek  bij onze partner Athenaeum Boekhandel

 

Door Nikè van Wijck, docent praktische filosofie aan de UvA

In Een oefening in leven belicht Pablo Lamberti de filosofie als een praktische oefening die ons niet alleen uitnodigt tot contemplatie, maar vooral tot actie. Hij stelt dat het praktiseren van de filosofie vergelijkbaar is met het leren bespelen van een instrument; het bestaat niet enkel uit reflectie maar vraagt ook om fysieke en innerlijke inspanning. De titel van dit boek verwijst dan naar het idee van askesis, oftewel oefening, dat benadrukt dat filosofie in wezen een ambacht is dat gericht is op de transformatie van het leven. Die oefening is een middel om een moreel doel te bereiken, namelijk: deugd, wijsheid, gemoedsrust, oftewel eudaimonia.

Al aan het begin van het boek confronteert Lamberti de lezer met zijn kritiek op de moderne academische wereld, die volgens hem te weinig aandacht heeft voor de praktische toepassing van antieke filosofieën. Lamberti stelt dat deze filosofieën juist waardevolle inzichten bieden voor een zinvol leven. Hij stelt dat de kracht van antieke levensfilosofieën ligt in hun tijdloze relevantie en hun vermogen om ons troost te bieden in tijden van onzekerheid.

In het openingshoofdstuk onderzoekt Lamberti de betekenis van filosofie als een ambacht dat beoefend kan worden. Daarna maakt de lezer kennis met de indeling van spirituele oefeningen in drie categorieën, die de structuur vormen voor hoofdstukken 2, 3 en 4. Verschillende antieke leefwijzen zoals die van Plato, Epicurus, Seneca, Epictetus, Plutarchus en Marcus Aurelius komen gaandeweg aan bod. In het afsluitende hoofdstuk richt Lamberti zich op de vraag hoe de antieke leefwijzen in ons moderne leven geïntegreerd kunnen worden. Hij biedt praktische voorbeelden, verbindt de oude wijsheden met moderne toepassingen en maakt zo een breed spectrum aan ideeën toegankelijk.

Lamberti maakt duidelijk dat om een filosoof te zijn, oefening noodzakelijk is. Hij onderscheidt drie soorten oefeningen. De eerste categorie betreft aandachtsoefeningen, zoals memorisatie en meditatie. De tweede categorie bestaat uit intellectuele oefeningen, waaronder lezen, onderzoek en luisteren. De derde categorie omvat actieve oefeningen, zoals die werden beoefend in de antieke gymnasia. Dat waren niet alleen plaatsen voor fysieke training, maar ook centra waar mannen streefden naar deugdzaamheid, waarbij lichaamsbeweging werd gezien als essentieel onderdeel van een filosofische levenswijze. Deze veelomvattende oefeningen weerspiegelen een holistische benadering van filosofie die zowel ons denken als ons handelen aanraakt.

In het boek komen filosofen uit diverse scholen aan bod, zoals van Plato’s Academie en de Stoïcijnse school van Zeno. Lamberti laat zien dat ze allen het belang van oefening inzagen, maar dat de specifieke oefeningen en de manier waarop ze deze toepasten sterk konden verschillen. De oefeningen die aan de orde komen, worden niet als doelen op zich gepresenteerd, maar als middelen om een diepere zelfkennis en wijsheid te ontwikkelen. Waarom zouden we dit willen? Volgens de Ouden moeten we streven naar gemoedsrust (ataraxia). We vinden rust door ons te richten op waardevolle gedragspatronen en ons af te keren van verlangens die ons daarvan weerhouden. Het streven naar ataraxia doen we niet enkel voor onszelf, maar ook voor de mensen die dichtbij ons staan, of zelfs voor de samenleving. Om voor elkaar te kunnen zorgen, moeten we eerst voor onszelf zorgen en volgens Socrates, bijvoorbeeld, is ware zelfzorg afhankelijk van een diepgaande zelfkennis. Het vergaren van zelfkennis vereist vaardigheden die vergelijkbaar zijn met de vaardigheden die noodzakelijk zijn in ambachtelijk werk, en deze kunnen we leren.

Lamberti vergelijkt antiek filosofisch onderwijs met hedendaagse onderwijsvormen en benadrukt daarbij de kern van deze oude wijsheden: leren is niet alleen een cognitief proces, maar vereist ook actieve participatie en voortdurende oefening. Een belangrijk voorbeeld in het boek is de spirituele oefening van het luisteren. Een filosofische oefening is ‘spiritueel’, aldus Lamberti, wanneer deze zowel cognitieve als emotionele effecten heeft. Wat die effecten kunnen zijn, illustreert hij met de manier waarop teksten in de Oudheid werden gebruikt. Teksten werden doorgaans geschreven om voorgedragen te worden, vaak tijdens filosofische lessen. Het doel van deze lessen was om toehoorders inzicht te geven in het goede leven en hen aan te sporen deze inzichten in de praktijk te brengen. Er is sprake van ‘spiritueel luisteren’ wanneer het luisteren leidt tot concrete verandering: je besluit om oude gewoontes los te laten of nieuwe acties te ondernemen. Op deze manier laat Lamberti zien dat luisteren meer is dan een intellectuele bezigheid; het is verbonden met introspectie en zelfontdekking, essentieel voor persoonlijke groei. Dit benadrukt tevens de sociale dimensie van het leren, waarbij interactie met anderen ons kan begeleiden en transformeren.

Lamberti pleit ervoor om de antieke praktijken van aandacht, meditatie en memorisatie opnieuw te omarmen, omdat deze niet enkel gericht zijn op kennis, maar ook op het ontwikkelen van een moreel kompas en emotionele veerkracht. De memorisatieoefeningen zijn bedoeld om kennis te vergaren en ons te vereenzelvigen met deze kennis, waardoor bepaalde uitgangspunten onderdeel kunnen worden van ons spontane handelen. Aandacht helpt ons te bepalen wat binnen onze invloed ligt en wat niet, en moet ons in staat stellen een onverstoorde gemoedstoestand te bereiken. Epictetus, bijvoorbeeld, stelt dat je dit kunt doen door je niet te laten meesleuren door een emotie, maar stil te staan en te vertragen voordat je overgaat tot handelen. De meditatieve oefeningen, zoals de praemeditatio mortis – waarbij je je een situatie van lijden voor de geest haalt — helpen ons om ons voor te bereiden op het onverwachte en om onze sterfelijkheid te omarmen. Het essentiële inzicht van zulke oefeningen is dat niet de aard van het lijden, maar de wijze waarop men ermee omgaat van doorslaggevende betekenis is. Al het bovenstaande leidt volgens Lamberti tot een rijker leven in het hier en nu, ook in de context van een modern bestaan.

Hoewel de Ouden vrijwel allemaal gericht waren op een deugdzaam leven, lezen we ook dat er duidelijke verschillen tussen hun ideeën zaten. Lamberti presenteert een verzameling van opvattingen en praktijken uit de Oudheid, maar de uiteenlopende levensfilosofieën en bijbehorende oefeningen worden niet altijd kritisch tegenover elkaar geplaatst. Hoe moet de lezer bepalen welke elkaar tegensprekende ideeën waardevol zijn? De lezer wordt weliswaar uitgedaagd om tussen tegenstrijdige ideeën te kiezen, maar het boek biedt weinig concrete handvatten om deze keuze te maken.

Toch ligt in de ruimte voor persoonlijke interpretatie en reflectie ook juist de kracht van het boek. In zijn benadering van de antieke leefwijzen benoemt Lamberti dat het niet zijn bedoeling is om voorschriften te geven, maar om mogelijkheden te creëren voor reflectie en zelfontdekking. Het boek biedt niet alleen theoretische inzichten, maar reikt ook praktische voorbeelden aan. Met een handige praktijkwijzer wordt uitgelegd hoe de lezer diens eigen oefeningen kan ontwerpen. Dit ontwerpproces wordt gepresenteerd als iteratief; op basis van zelfonderzoek kun je oefeningen uitwerken die je continu kunt aanpassen aan je persoonlijke doelen en ontwikkeling. Hierdoor geeft Lamberti de lezer waardevolle handvatten om hun leerervaringen te optimaliseren. Hij benadrukt dat het hier niet gaat om zelfhulppraktijken; de oefeningen zijn niet bedoeld om blindelings te volgen wat een ander heeft bedacht. Ze bieden de lezer een toolkit om diens eigen filosofische pad te ontwerpen, zonder dat de route precies uitgestippeld hoeft te worden. In dat opzicht is Een oefening in leven dus niet alleen een gids om tot actie over te gaan, maar vooral een uitnodiging tot zelfonderzoek en persoonlijke groei. Precies zoals de Ouden het ook bedoeld hadden.

Op deze manier kan Lamberti’s werk ons houvast bieden bij het maken van keuzes op onze reis naar eudaimonia. De heldere opbouw en logische verbinding van verscheidene thema’s dragen bij aan een toegankelijk geheel dat de lezer niet alleen inspireert, maar ook ertoe aanzet om zelf na te denken over de waarde van de antieke filosofie in het dagelijks leven. Een oefening in leven is daarmee een uitnodiging om de filosofie niet als een statische verzameling kennis te zien, maar als een dynamische praktijk die ons leven, en dat van de mensen om ons heen, kan verrijken.