detail_9789089534651

Leven in tijden van versnelling

Hartmut Rosa
Boom, Amsterdam, 2016

 

Door Bart Zantvoort, filosoof en Nexus-redacteur

Wat is de oorzaak van de maatschappelijke vervreemding, de toename van het aantal burn-outs en depressies, en het falen van politieke instituties in deze laatmoderne tijd? Volgens de Duitse socioloog Hartmut Rosa kunnen al deze kwalen herleid worden tot één fenomeen: het feit dat de maatschappij steeds sneller verandert, zodat de druk om het tempo van de technologische, economische en sociale veranderingen bij te houden steeds hoger wordt.

Het idee dat de wereld snel en misschien wel steeds sneller verandert, is intuïtief niet onaannemelijk. Wie is niet bekend met de klacht dat moderne apparaten zo snel kapot gaan of achterhaald blijken, dat we steeds weer gedwongen zijn een nieuwe versie aan te schaffen? Wie heeft niet gehoord van, of geleden onder, de toenemende tijds- en concurrentiedruk in het onderwijs, op het werk of in de zorg? Het is dan ook geen nieuw idee: Marx en Engels schreven al dat de omwenteling van de moderne tijd eruit bestaat dat ‘alle vaste, ingeroeste verhoudingen worden opgelost, alle nieuwgevormde verouderen, voordat zij zich kunnen verstenen’ en ‘al het vaststaande verdampt’.

Maar is versnelling inderdaad het fundamentele kenmerk van de moderne tijd, zoals Rosa beweert? En is het mogelijk dit inzicht tot uitgangspunt te maken van een vernieuwende maatschappijkritiek, zoals hij zich voorneemt? Hoewel dit boek de eerste Nederlandse vertaling is van Rosa’s werk, is hij in Duitsland een gevestigde naam. In zijn Beschleunigung. Die Veränderung der Zeitstrukturen in der Moderne (2005) (in het Engels vertaald als Social Acceleration. A New Theory of Modernity) zet hij zijn theorie over maatschappelijke versnelling uitgebreid en overtuigend uiteen, en in zijn recente vuistdikke hoofdwerk Resonanz. Eine Soziologie der Weltbeziehung (2016) doet hij de oplossing voor het probleem van de versnelling uit de doeken. Het hier besproken, relatief dunne boekje, een vertaling van het oorspronkelijk in het Engels uitgeven Alienation and Acceleration, of ‘Vervreemding en versnelling’, geeft een korte samenvatting van Rosa’s theorie. In het in de Nederlandstalige uitgave toegevoegde nawoord zet de auteur bovendien kort de recentere ontwikkeling van zijn ideeën uiteen, met name het kernbegrip van de ‘resonantie’, zodat deze uitgave als geheel als een inleiding op Rosa’s denken kan worden beschouwd.

Bij het thema ‘versnelling’ ligt het voor de hand allereerst aan technologische verandering te denken. Dat de technologische ontwikkeling een opeenvolging van steeds snellere transport-, handels- en communicatievormen heeft voortgebracht is evident: van de benenwagen tot de postkoets, tot de stoomtrein en de spaceshuttle; van snail mail tot telegram tot e-mail, en van handel per kameel tot de moderne ‘flitshandel’. De invloed van deze ontwikkeling op de moderne maatschappij is niet te onderschatten, maar het is de kracht van Rosa’s theorie dat hij zich niet beperkt tot technologische versnelling. Rosa onderscheidt drie vormen van versnelling: naast technologische versnelling zijn dit de versnelling van het levenstempo en de versnelling van sociale verandering.

De versnelling van het levenstempo is te vatten in de volgende paradox: hoe is het mogelijk dat we, ondanks de technologische versnelling, die er toch juist toe zou moeten leiden dat we meer vrije tijd beschikbaar hebben, het almaar drukker lijken te krijgen? Uitvindingen als de wasmachine, de auto en e-mail lijken er te zijn om ons tijd te besparen. Maar met de beschikbaarheid van de auto zijn we verder van ons werk gaan wonen, en hoewel e-mails schrijven sneller is dan brieven sturen, worden we sinds de komst van de e-mail overstelpt met zulke massa’s mails dat we er eerder meer dan minder tijd aan kwijt zijn. Samengevat komt de versnelling van het levenstempo volgens Rosa dus door het feit dat de hoeveelheid taken of handelingen – te versturen e-mails, etc. – sneller toeneemt dan de tijdswinst door technologische versnelling.

De uit maatschappijkritisch oogpunt belangrijkste vorm van versnelling is echter de versnelling van de sociale verandering. Niet alleen technologie verandert steeds sneller, dit geldt volgens Rosa ook voor bijvoorbeeld mode, taal, gewoontes, arbeidsverhoudingen en familiebanden. In de vroegmoderne tijd was sociale verandering nog ‘intergenerationeel’: verandering was er wel, maar deze vond vaak plaats over meerdere generaties, zodat een enkel individu er weinig van merkte. Een zoon erfde bijvoorbeeld het beroep van zijn vader, en gaf dit weer door aan zijn zoon. In de ‘klassiek-moderne’ tijd, grofweg van 1800 tot 1970, was de verandering ‘generationeel’: iedere man kon zijn eigen beroep kiezen, maar bleef dan doorgaans zijn hele leven in dit beroep actief. Nu, in de ‘laatmoderne’ tijd, is de verandering ‘intragenerationeel’ geworden: wij werken niet langer heel ons leven bij één werkgever, maar veranderen veelvuldig van baan of zelfs van beroep.

Maar wat heeft dit allemaal te maken met vervreemding, het andere kernthema van dit boek? De vervreemding is een belangrijk begrip bij Marx en in de kritische theorie van de Frankfurter Schule, waarvan Rosa een navolger is. Dit begrip is de laatste tijd weer gangbaar om het ongenoegen in de laatmoderne, (post-)kapitalistische maatschappij te duiden, en Rosa gebruikt het om te vatten wat er nu precies mis is met versnelling. ‘Vervreemding’ duidt in eerste plaats op een situatie waar we het gevoel hebben dat wij niet leven zoals we willen leven, terwijl we onze levenskeuzes toch niet van buitenaf opgelegd krijgen. We hebben het gevoel gedwongen te zijn mee te gaan in de jakkerige haast van het moderne leven, hoewel we er toch ook zelf voor kiezen.

In een mooie omschrijving herleidt Rosa dit tot de ‘tragiek van de moderne mens’: de versnelling lijkt een uitweg te bieden uit de menselijke eindigheid, want zij biedt de illusie dat wij, door steeds sneller te gaan, in onze eindige tijd steeds meer levensmogelijkheden kunnen realiseren. Maar omdat de ontwikkeling waar de versnelling mee samenhangt de hoeveelheid beschikbare mogelijkheden ook doet stijgen, en wel sneller dan de snelheid waarmee wij mogelijkheden kunnen realiseren, jagen we een vluchtige droom na, en zijn we terechtgekomen in een ‘genadeloze tredmolen’, waarin onze ‘levens- en wereldhonger niet bevredigd wordt, maar juist in toenemende mate gefrustreerd.’

Zowel individueel als politiek zijn wij terechtgekomen in een paradoxale situatie van ‘razende stilstand’, waar alles continu in beweging is en er fundamenteel toch niets verandert. Dit verklaart Rosa door het feit dat de technologische, economische en sociale verandering tegenwoordig zó snel is, dat wij er in ons individuele en gezamenlijke leven geen grip meer op hebben. Waar de geleidelijke verandering in de klassiek-moderne tijd ertoe leidde dat wij het idee hadden dat ons leven een zinvolle richting had, en dat we hier door te plannen en te investeren in onderwijs invloed op konden uitoefenen, zitten we nu vast in een chaotische, richtingloze verandering, en zijn we gedwongen te ‘surfen’ op de golven van het toeval. Op vergelijkbare wijze is de democratische politiek niet langer in staat voldoende controle uit te oefenen op de tuimelende veranderingen in de economische en technologische wereld, en blijkt daarom verstard, verzwakt en machteloos.

De oplossing voor deze problemen vindt Rosa in de ‘resonantie’, een in dit boek zeer summier uitgewerkt begrip dat het tegendeel van vervreemding moet vormen: een relatie tussen mens en wereld, subject en object waarin beide zijden in een wederzijdse ‘antwoordrelatie’ staan en geen van beide tot de andere wordt gereduceerd. Resonantie kan men vinden in religie, kunst en natuur, maar ook in de verhouding tot anderen of tot voorwerpen. Hoe dit precies het tij van de versnelling zou moeten keren wordt hier niet duidelijk, maar Rosa heeft er dan ook het bovengenoemde, honderden pagina’s tellende boek Resonanz aan gewijd.

Waar het hoofddeel van het boek een goed leesbare samenvatting is van de ideeën die met name in Beschleunigung in veel meer detail zijn uitgewerkt, komt het nawoord over als een wat haastige toevoeging met een nogal rommelige schets van de ideeën uit Resonanz. De over het algemeen uitstekende vertaling had hier en daar wat soepeler gekund, om Rosa’s nogal theoretische Duits toegankelijker te maken. De in het Nederlands veranderde titel (‘Leven in tijden van versnelling. Een pleidooi voor resonantie’) lijkt de indruk te willen wekken dat het hier gaat om een boek met praktische tips voor zingeving, maar dit geeft een verkeerde voorstelling: dit is een waardevolle, behoorlijk theoretische inleiding tot de sociale theorie van één van Duitslands meest vooraanstaande sociologen van dit moment.