Kruk-vierkant

Opstand

De populistische revolte en de strijd om de ziel van het Westen

Marijn Kruk
Prometheus, 2024

Bestel dit boek  bij onze partner Athenaeum Boekhandel

 

Door Thomas Heij

Mei 1968, Parijs. Terwijl op straat linkse studenten slaags raken met de politie in hun poging de gevestigde orde op te schudden met hun protesten, zit ergens in het Quartier Latin een Britse student binnen met de neus in de boeken, genietend van de memoires van Charles de Gaulle. Een schitterend contrast. Die student is Roger Scruton en hij zou uitgroeien tot beroemde rechts-conservatieve filosoof, misschien wel de belangrijkste criticus van mei ’68 en de links-progressieve ideeën die erbij hoorden.

In Opstand ziet Marijn Kruk, journalist, historicus en filosoof, Scruton als geestelijk vader van een veelstemmig politiek-maatschappelijk verzet. In zijn boek onderzoekt Kruk een bont gezelschap van radicaal-rechtse denkers, politici en activisten die zich tegen de moderne liberale democratie keren.

Kruk is daarvoor de ideale persoon, want afgelopen jaren hield hij menig interview met spilfiguren uit dat bonte gezelschap en schreef hij al vele reportages over politieke verschuivingen. Voor dit boek heeft Kruk ze herzien en bijeengebracht. Hij neemt ons mee in een min of meer geografisch ingedeeld verhaal. We beginnen in Hongarije, reizen naar Frankrijk, Engeland, Oostenrijk, weer Frankrijk, Italië, weer Hongarije, Tunesië, Turkije en eindigen opnieuw in Hongarije. Dat Hongarije zo prominent aanwezig is, komt natuurlijk doordat Viktor Orbán daar al jarenlang een radicaal-rechtse regering in stand weet te houden. Daarmee inspireert hij andere propagandisten en politici in Europa en zelfs in de VS.

Het verhaal wordt verteld aan de hand van persoonlijke ervaringen van Kruk, vermengd met zijn reflecties daarop. Daardoor blijven bijvoorbeeld de VS, Rusland en ook het Duitse AfD, Spaanse Vox en de Griekse Gouden Dageraad een beetje buiten beeld of onderbelicht. Maar dat is vergeeflijk, want je kunt als journalist nou eenmaal niet overal zijn en bovendien staat er veel goeds tegenover.

Het voordeel van deze aanpak is namelijk dat we een spannend eerstehands verslag krijgen van de terreuraanslagen in Parijs, waar Kruk bovenop zat. Ook maakt Kruk persoonlijk kennis met Brexiteers, vluchtelingen, spindoctors en zelfs Matteo Salivini en Emmanuel Macron. Hij luistert kritisch naar zowel antiliberalen als liberalen – waaronder Nexus-sprekers als Rod Dreher, Rached Ghannouchi en Patrick Deneen, maar ook Michael Ignatieff, Antonio Scurati, Philipp Blom en Ivan Krastev.

Nog een voordeel is dat Kruk met eigen ogen allerlei kleine maar betekenisvolle details waarneemt. In Oostenrijk ontmoeten we bijvoorbeeld een groepje mannen met ieder een litteken op de wang. Aan dat litteken herken je een lid van een Burschenschaft: uiterst conservatieve studentengenootschappen, die aspirant-leden bij hun initiatie een schermduel laten uitvechten. Wie dapper genoeg is, kijkt niet weg en vangt dan het litteken. Leden van die clubs vormen een invloedrijke elite in Oostenrijk en sturen de politiek een rechts-conservatieve kant op. Zo wordt een klein detail dus een haakje voor het bespreken van een hele wereldbeschouwing en de bijbehorende politieke consequenties.

De rechts-radicalen en antiliberalen die Kruk beschrijft, vormen geen eenduidige politieke groep of stroming. Ze hangen een gedachtegoed aan dat losjes samenhangt en op specifieke punten verschilt. Zo maakt Kruk kennis met Renaud Camus op diens kasteel in Frankrijk. Camus is geliefd bij extreemrechts vanwege zijn complottheorie van ‘omvolking’, maar schreef in de jaren tachtig ook romans met behoorlijk expliciete homoseksuele passages. De conservatieve christenen en islamisten die Kruk bespreekt, zien homoseksualiteit juist als een teken van westerse decadentie en als een enorme bedreiging voor het gezinsleven waar ze zo verknocht aan zijn.

Overigens hebben niet alle homofoben consequent gehandeld naar hun uitgesproken opvattingen. Kruk herinnert ons fijntjes aan de ophef rond József Szájer – Orbán-getrouwe van het eerste uur en medeoprichter van Fidesz, een partij die heeft verklaard homoseksualiteit net zo erg te vinden als pedofilie. In 2020 werd hij door de Brusselse politie opgepakt nadat hij via een regenpijp was weggevlucht van een illegaal seksfeest in een gaybar.

Wat rechts-radicalen onderling verbindt, is dat ze allemaal gretig gebruikmaken van felle retoriek tegen immigranten – vooral uit overwegend islamitische landen. Vandaar dat Kruk 2015, het jaar waarin er een Europese vluchtelingencrisis werd uitgeroepen, als keerpunt ziet en er een heel hoofdstuk aan wijdt. Orbán, Le Pen, Johnson, Kickl, Meloni en Wilders: alle radicaal-rechtse politici die enige politieke macht wisten te vergaren, deden dat over de rug van vluchtelingen en migranten.

Daaronder schuilt volgens Kruk een gedeelde afkeer van de moderne wereld. De westerse samenleving is door de ‘globalistische elite’ leed aangedaan en dat moet ongedaan gemaakt worden. Kruk signaleert een trend van nostalgie en een politiek die niet gericht is op imperialisme, maar zich juist naar binnen keert.

Na het onderzoeken van al die beklemmende ideeën en denkers komt Kruk tot een verrassend optimistische conclusie:

Zeker is dat de westerse samenleving sinds 1968 ingrijpend is veranderd. Traditionele opvattingen over de natie, de religie, het gezin en de vaderlijke autoriteit hebben sterk aan gezag ingeboet. Tegelijk is sprake van een vergaande individualisering en hebben allerlei minderheden met succes rechten geclaimd.

Het homohuwelijk is sinds de eerste invoering in 2001 in Nederland bezig aan een gestage opmars. Zelfs in Orbáns Hongarije is zestig procent van de bevolking voor de acceptatie van lhbti’ers. Scruton is in Boedapest de naamgever van een hip café – ‘wat moeilijk anders is te omschrijven dan een links-liberaal cliché’ – waar niemand zijn ideeën kent. Je kunt het tij van de moderniteit niet keren.

Dat betekent niet dat we geen reden tot zorg hebben. De terugslag van conservatieve, illiberale krachten kan veel schade aanrichten en moet bestreden worden. Juist in een moderne, geïndividualiseerde samenleving moet politieke vrijheid steeds worden bevochten en bewaakt, stelt Kruk. Dankzij Opstand weten we met wat voor soort krachten we te maken hebben en wat de consequenties kunnen zijn van de ideeën van de illiberale contrarevolutie.