Israel-ig

Spinoza: Life and Legacy

Jonathan I. Israel
Oxford, 2023

Bestel dit boek via onze partner Athenaeum Boekhandel

 

Door Jeroen van Andel

Het lezen van de nieuwe, voortreffelijke biografie van Jonathan I. Israel over Benedictus de Spinoza is gezien de omvang van ruim 1200 pagina’s een aardige tour de force. Eenieder die zich eraan waagt, zal echter kunnen vaststellen dat het de tijdsbesteding meer dan waard is. Spinoza: Life and Legacy is namelijk afgetekend de meest volledige biografie van Spinoza die ooit is uitgebracht. Israel maakt ermee inzichtelijk dat Spinoza de absolute spil van de radicale Europese Verlichting was, maar vooral ook dat de uniciteit, impact en het revolutionaire gehalte van Spinoza’s denken nog veel te vaak worden onderschat

Israel brengt in zijn biografie het leven van Spinoza, zijn intellectuele ontwikkeling, de kern van zijn denkbeelden, zijn kring van medestanders en tegenstanders en zijn invloed op de Europese Verlichting tot in het kleinste detail in beeld. Spinoza: Life and Legacy zou dus wel eens de Spinoza-biografie kunnen worden die alle andere Spinoza-biografieën overbodig maakt. In ieder geval vult Israel met zijn boek een leemte, aangezien er in de Engelse taal niet veel diepgaande Spinoza-biografieën zijn uitgebracht, zeker niet waarin de intellectueel-historische context van Spinoza en zijn werk centraal staat. Een uitzondering is de biografie van Steven Nadler, waar Israel zeer lovend over is. In Nederland is in 2013 nog wel het lijvige Spinoza. Een paradoxale icoon van Nederland van Henri Krop uitgebracht, en in 2016 Maarten van Buuren zijn Spinoza. Vijf wegen naar de vrijheid, maar echte biografieën zijn dit niet.

Israel heeft zijn biografie opgedeeld in vier delen: de jonge Spinoza en zijn achtergrond (‘The young Spinoza’), Spinoza als hervormer van Descartes (‘Reformer and subverter of Descartes’), donkere wolken aan de horizon (‘Darkening horizons’) en de laatste jaren van Spinoza (‘Last years’).

In het eerste deel behandelt Israel met name de formatieve jaren van Spinoza. Daarbij heeft hij veel aandacht voor zijn voorouders — Portugese en ook Spaanse Joden –, hun ervaringen met de inquisitie en hun worstelingen om hun joodse geloof in het geheim te kunnen belijden. Ook zijn intellectuele ontwikkeling (inclusief zijn onderwijsloopbaan) in Amsterdam komt aan bod; het joodse leven aldaar en zijn rol in het bedrijf van zijn vader – die hij niet wilde. Daarnaast heeft Israel speciale aandacht voor de invloed van Daniel de Prado op de overtuigingen van Spinoza, waarvan hij het vaak veronderstelde belang met klem weerlegt.

Deel twee gaat over de invloed van Descartes op Spinoza, maar nog meer over de laatste zijn hervorming van de eerste. Israel beschrijft Spinoza’s verhuizing naar Rijnsburg, waar die zich volledig richt op het filosoferen en het slijpen van lezen. In Rijnsburg publiceert hij over Descartes en ‘verbetert’ hij diens gedachtengoed. Israel laat zien dat Spinoza zeker in deze periode veel uitwisselde (per brief, maar ook in persoon) met diverse intellectuelen in Amsterdam, Leiden en buiten Nederland. Dit plaatst hij tegen de historische achtergrond van de strijd tussen de Nederlanden en Engeland, en de verstikkende uitwerking die deze strijd had op de Nederlandse burgers.

In deel drie wordt vooral veel aandacht besteed aan de aanleiding voor en de inhoud van het Theologisch-politiek traktaat van Spinoza, maar ook aan het gevaar dat bestond in het delen ervan. Israel neemt hier bovendien de tijd om het baanbrekende karakter van Spinoza’s ideeën te beschrijven; de grote nationale en internationale impact ervan en de jarenlange zoektocht van intellectuele tegenstanders in binnen- en buitenland om deze denkbeelden systematisch te weerleggen. Ook gaat Israel in op de relatie tussen Spinoza en Thomas Hobbes. Hij stelt dat het werk van Hobbes misschien wel gerelateerd is aan, maar zeker niet van invloed is geweest op dat van Spinoza, en in verhouding veel minder revolutionair is.

In deel vier gaat Israel in op de steeds verder reikende invloed van Spinoza’s denken, zowel nationaal als internationaal. Hij beschrijft de voltooiing en publicatiegeschiedenis van de Ethica, en het tumultueuze proces van het veiligstellen en verspreiden van Spinoza’s werk. Hij laat daarin onder meer zien hoe het veiligstellen, voorbereiden en uitgeven van de volledige werken van Spinoza — de Opera Posthuma (1677) — maar op een haar na goed afliep.

De kracht van deze biografie is dat Israel, net als in zijn andere werken, geen steen onomgekeerd laat. Dat heeft echter ook tot gevolg dat hij zo veel (weliswaar interessante) zijpaden bewandelt, en die zo ver ingaat, dat de hoofdpersoon soms uit beeld raakt. Daarbij ontstaat bovendien de nodige overlap met Israels Radical Enlightenment. Philosophy and the Making of Modernity 1650-1750 uit 2002. Ook is het opvallend dat de biografie niet ingaat op de vraag waarom Spinoza, waarvan het een internationaal publiek geheim was waar hij voor stond en aan werkte, nooit daadwerkelijk door gezaghebbers de voet is dwars gezet. Uiteindelijk doen echter geen van deze punten echter af aan de kwaliteit en relevantie van het boek.

Israels biografie maakt knap invoelbaar hoe dicht Spinoza nog altijd bij ons staat, en dat de historisch-politieke context van ‘de Zeven Provinciën’ niet zo heel erg veel verschilt van de onze. Het ‘eigen groep eerst’-denken en de beperkte tolerantie voor andersdenkenden uit de zeventiende eeuw komt bijvoorbeeld bekend voor, net als de politieke elite die niet in staat is een daadwerkelijke vrije en rechtvaardige samenleving voor iedereen te creëren.

Bij het lezen rijst dan ook regelmatig de vraag: hoe zou Spinoza tegen onze huidige maatschappij aankijken? Hoe zou hij bijvoorbeeld, zeker na de landelijke verkiezingsuitslag van 2023, aangekeken hebben tegen de vrijheid, verdraagzaamheid en het politieke leiderschap in Nederland? Zou hij mogelijkerwijs, en wellicht met de nodige teleurstelling, vaststellen dat zowel de afgelopen jaren — waarin een zittende politieke elite beeldvorming en machtsbehoud belangrijker vond dan het verwezenlijken van een eerlijke en rechtvaardige samenleving –, als de komend tijd van verwachte haast religieuze en soms sektarische intolerantie richting andersdenkenden, toch de nodige parallellen vertonen met het Nederland van 1670?

Redenerend vanuit deze biografie zou Spinoza waarschijnlijk (ook) het huidige Nederland meegeven: vrijheid van denken en spreken moet altijd onvoorwaardelijk zijn, maar het op de juiste manier invullen van deze vrijheid is niet voor iedereen weggelegd. Niet iedereen is bereid om zijn of haar vrijheid zo in te vullen dat deze niet ten koste van die van anderen gaat. Het is dan ook van belang dat zij die dat wel zijn, zelf blijven nadenken en hun ideeën blijven delen met de samenleving, opdat iedereen die er daadwerkelijk voor openstaat — ongeacht afkomst, maatschappelijke positie of opleidingsniveau — de vrijheid kan benutten om zich als mens verder te ontwikkelen.

 

Lees ook: