Dialoog tussen een almanakverkoper en een voorbijganger
Door Giacomo Leopardi
Deze tekst verscheen in 1997 in Nexus 17, ‘Utopie en onttovering’. Lees hier ook het essay dat Claudio Magris in dezelfde Nexus in verwijzing naar Leopardi’s dialoog schreef, en waaraan de uitgave haar naam ontleent.
Verkoper: Almanakken, nieuwe almanakken; nieuwe maandstanden! Almanakken nodig, meneer?
Voorbijganger: Almanakken voor het nieuwe jaar?
Verkoper: Ja, meneer.
Voorbijganger: Denkt u dat dit nieuwe jaar gelukkig zal zijn?
Verkoper: Oh ja, edele heer, zeker.
Voorbijganger: Net als het afgelopen jaar?
Verkoper: Heel wat meer.
Voorbijganger: Zoals dat andere dan?
Verkoper: Meer, meer, edele heer.
Voorbijganger: Maar als welk jaar dan? Zou u het niet aanstaan, als het nieuwe jaar net zo zou zijn als een van de laatste jaren?
Verkoper: Nee meneer, dat zou me niet aanstaan.
Voorbijganger: Hoeveel nieuwe jaren zijn er verstreken sinds u almanakken verkoopt?
Verkoper: Een twintig jaar of zo, edele heer.
Voorbijganger: Op welk van die jaren zou volgens u het komende jaar moeten lijken?
Verkoper: Ik? Ik zou het niet weten.
Voorbijganger: Herinnert u zich geen bijzonder jaar dat u gelukkig vond?
Verkoper: Nee, echt niet, edele heer.
Voorbijganger: En toch is het leven iets moois, nietwaar?
Verkoper: Dat is bekend.
Voorbijganger: Zou u die twintig jaar niet graag opnieuw leven, en ook alle voorbije tijd, te beginnen met het moment dat u geboren bent?
Verkoper: O meneer, mocht God er behagen in scheppen.
Voorbijganger: Maar als u nu het leven kon overdoen dat u hebt geleid, niet meer, niet minder, met alle goede en kwade dingen die er zijn gebeurd?
Verkoper: Dat zou ik niet willen.
Voorbijganger: Maar welk ander leven zou u dan willen leiden? Dat van mij of dat van een koning? Of van wie anders? Of gelooft u niet dat ik en de koning en elk ander net als u zou antwoorden en dat niemand het leven zou willen overdoen als dat hetzelfde als het zijne was?
Verkoper: Dat denk ik.
Voorbijganger: U zou ook niet terug willen met dit gegeven, omdat het niet anders gaat?
Verkoper: Echt niet, meneer, ik wil niet terug.
Voorbijganger: Wat voor leven zou u dan willen?
Verkoper: Ik zou een leven willen zoals God me dat brengt, zonder verdere voorwaarden.
Voorbijganger: Zomaar een leven, en er verder niets van tevoren van weten zoals men niets van het nieuwe jaar weet?
Verkoper: Precies.
Voorbijganger: Dat zou ik ook willen als ik opnieuw moest leven, en zo iedereen. Maar dat bewijst dat het lot tot en met dit jaar iedereen slecht heeft behandeld. En het is duidelijk te zien dat iedereen van mening is dat hem meer of erger kwaad dan goed is overkomen: als namelijk niemand opnieuw wil worden geboren, wanneer hij het vorige leven krijgt, met al zijn goed en kwaad. Dat leven dat iets moois is, is niet het leven dat men kent, maar datgene dat men niet kent, niet het verstreken, maar het komende leven. Met het nieuwe jaar begint het lot u goed te behandelen, en zo mij en alle anderen, en zal men een gelukkig leven beginnen. Dat is toch zo?
Verkoper: Laten we hopen.
Voorbijganger: Laat me dan eens de mooiste almanak zien die u heeft.
Verkoper: Kijk, edele heer. Die kost dertig stuiver.
Voorbijganger: Hier is dertig stuiver.
Verkoper: Dank u edele heer, tot ziens. Almanakken, nieuwe almanakken! De nieuwe maanstanden!
Vertaling Eric Moormann