Poggio Bracciolini
Poggio Bracciolini was pauselijk secretaris en een van de belangrijkste humanisten uit de vroege Renaissance. Van zijn hand verschenen tal van traktaten, dialogen en correspondenties met andere gevierde humanisten zoals Coluccio Salutati en Leonardo Bruni. Zijn eerste werk, De avaritia, schreef hij tussen 1428 en 1429. Nadien publiceerde hij onder meer dialogen over hypocrisie, deugdzaamheid en adeldom. In Nederlandse vertaling verscheen een selectie uit Bracciolini’s Liber facetiarum — een verzameling schunnige grappen en anekdotes — en Moet een grijsaard trouwen, naar aanleiding van zijn huwelijk met een 37 jaar jongere Florentijnse. Behalve om zijn eigen teksten, is Bracciolini beroemd en geprezen om zijn herontdekking van verscheidene klassieke teksten die tijdens de Middeleeuwen in de vergetelheid waren geraakt. Hij ontdekte en verspreidde onder meer zeven toespraken van Cicero, en Quintilianus’ De institutione oratoria. Over zijn ontdekking van Lucretius’ De rerum natura schreef Stephen Greenblatt De zwenking (2012), waarin hij betoogt dat Bracciolini met deze vondst aan de wieg stond van de moderniteit.