Nexus 45
Tijdschrift Nexus

Nexus 45

Uitverkocht

Janos Starker, Nadia Boulanger en Leo Kestenberg zijn drie leermeesters die hun leven hebben gewijd aan de overdracht van de muzikale meesterwerken en de oefening in schoonheid.

De brieven, gesprekken, portretten en lezing in Nexus 45 getuigen van Aristoteles’ uitspraak dat ‘de juiste wijze van leven begint met het je eigen maken van de schoonheid’.

Inhoudsopgave

Oefenen in schoonheid

De esthetische opvoeding waar niet alleen een Goethe en Schiller maar ook Marcel Proust – zijn zoektocht is niets anders dan een ‘éducation esthétique’ – zoveel vertrouwen in hebben, is spoorloos verdwenen van onze universiteiten. Het is een gegeven, en toch is het vreemd.

Als een verloren geloof is de idee dat schoonheid ons iets kan leren in vergetelheid geraakt. Daarmee is niet gezegd dat schoonheid onbelangrijk is geworden. Integendeel. De maatschappelijke betekenis en economische waarde van ?het mooie plaatje? valt moeilijk te overschatten en zelden zal er in onze geschiedenis door zo velen, zo veel geld en tijd worden besteed aan het uiterlijk van lichaam en bezit. Maar schoonheid als een innerlijke en pedagogische waarde, het geloof in het educatieve belang van les belles lettres, de schone kunsten, is geheel verdwenen.

Ga heen en draag de vlag'

Interview met Janos Starker

De cellist Janos Starker: ‘Mijn kinderen zijn opgegroeid in Amerika. Ik heb hun jeugd niet met nachtmerrieachtige verhaaltjes over de mijne willen verduisteren. Gelukkig is degene die in zijn leven niet met dat soort turbulentie wordt geconfronteerd – al is de wereld natuurlijk niets veranderd. Als overlever – mijn twee broers zijn in de oorlog vermoord – voel ik het als mijn verantwoordelijkheid iets positiefs bij te dragen. Op mijn vlak: de muziek. Die eist volledige inzet. Mijn leerlingen heb ik altijd verboden kostbare studietijd te verbeuzelen door naar demonstraties te gaan. […] Maar uiteindelijk is muziek de enige blijvende menselijke waarde in het leven. In de donkerste tijden is er muziek om te zorgen dat je je menselijkheid behoudt en niet verwordt tot een beest. Mijn geloof in god en in de menselijkheid van de meeste medemensen ben ik met mijn broers verloren. Maar mijn geloof in muziek als medium van menselijkheid heb ik behouden.

Wat is een meesterwerk?

Nexus-lezing 2006

Vertaling Mea Flothuis

Op 13 mei van dit jaar hield de legendarische cellist Janos Starker de Nexus-lezing 2006. In zijn lezing gaf Starker een eigenzinnig antwoord op de vraag wat een meesterwerk is. Hij wilde, naar eigen zeggen, geen geleerde, analytische verhandeling afsteken, maar zich overgeven aan ‘overpeinzingen van een beroepsmuzikant’. Starker, die als cellist triomfen heeft gevierd en nu lesgeeft aan de universiteit van Indiana, lardeerde zijn betoog met persoonlijke herinneringen en apodictische uitspraken. Hij onderscheidt tien kenmerken waaraan een muzikaal meesterwerk in de praktijk blijkt te voldoen, waaronder tijdloosheid, beheersing in balans en duur en onverwoestbaarheid.

Het meesterwerk verrijkt het leven van de luisteraar: ‘Wanneer je deelneemt aan of luistert naar werken als de Messiah van Händel, de Passionen van Bach, de negende symfonie van Beethoven, vele strijkkwartetten van Mozart, Beethoven en Schubert, of diens twee cellokwintetten, is de reactie er een van loutering, verheffing en algehele onthechting van alledaagse zorgen. Ikzelf wil me nogal eens als op een bergtop voelen staan. Terwijl ik de minieme bijzaken om me heen zie, roept het visioen in de verte een eeuwigheid op. Zij het religieus, ongeacht van welke gezindte, of slechts gelovend in het oneindige, het verheldert, reinigt de geest en aanvaardt het streven naar schoonheid als het uiteindelijke doel.

Mademoiselle

Gesprekken met Nadia Boulanger

Vertaling Mirjam de Veth

Bijna honderd jaar geleden besloot Nadia Boulanger haar leven te wijden aan het muziekonderwijs, een besluit met verstrekkende gevolgen. Zij groeide uit tot de meest monumentale vrouwelijke gestalte die de muziekpedagogie in de twintigste eeuw heeft voortgebracht. Haar invloed op een hele generatie van – met name Amerikaanse – musici en componisten, is nauwelijks te overschatten. Van Aaron Copland tot Burt Bacharach en van Yehudi Menuhin tot Philip Glass draagt de moderne muziek haar stempel. Daarnaast was zij de eerste vrouw die op de bok stond voor verscheidene grote symfonieorkesten, waaronder die van New York, Boston en Philadelphia. Ze werd in 1889 geboren in een muzikaal gezin in Parijs. Op haar tiende ging zij naar het conservatorium, waar zij als briljante leerling van onder andere Louis Vierne en Gabriel Fauré overladen zou worden met prijzen. Het oorspronkelijke muzikale talent van haar zes jaar jongere zusje Lili, die zij aanbad, bleek echter nog groter, en dat was een van de redenen waarom Nadia zich vooral op het geven van onderwijs ging toeleggen. Na de vroege dood van Lili, in 1918, volhardde zij in dat voornemen en verwierf een aanstelling aan het prestigieuze Amerikaanse Conservatorium in Fontainebleau, waar haar lessen harmonieleer, compositie en contrapunt niet nalieten grote indruk te maken. In 1950 werd zij directrice van het Amerikaanse Conservatorium, en bleef dat tot aan haar dood in 1979. Ze was geruime tijd werkzaam in de Verenigde Staten, maar keerde altijd terug naar haar woning in Parijs die zij met haar ouders en zuster in 1904 had betrokken. Het was in dit huis dat ook de gesprekken plaatsvonden die Bruno Monsaingeon vanaf het midden van de jaren zeventig voerde met ‘Mademoiselle’, zoals Nadia Boulanger altijd genoemd wilde worden. Monsaingeon, van huis uit concertviolist, maakte in 1977 op basis van deze gesprekken een filmportret van Nadia Boulanger. Hij zou als documentairemaker in de jaren daarna veelgeprezen filmportretten vervaardigen van onder anderen David Oistrach, Svitoslav Richter, Dietrich Fischer-Dieskau en, vooral, Glenn Gould. Na het overlijden van Nadia Boulanger bracht Monsaingeon zijn gesprekken met haar in boekvorm uit (Mademoiselle. Entretiens avec Nadia Boulanger, Editions Van de Velde, 1980). Uit deze uitgave maakte Nexus een selectie.

De adem, het zingen, het lied

Over Leon Kestenberg, leraar, ziener en kunstenaar

Vertaling Ingeborg Lesener

Ilana Shmueli (Roemenië, 1924) groeide op in een meertalig milieu in de Boekovina. In maart 1944 lukte het haar familie aan de Russische bezetter te ontkomen en zich uiteindelijk in Palestina te vestigen. Zij studeerde vanaf 1945 piano bij Leo Kestenberg in Tel-Aviv. Haar herinneringen aan deze grote muziekpedagoog vertrouwde zij op verzoek van Nexus aan het papier toe.

Wij [de leerlingen van Kestenberg] moesten de eerste generatie jonge, geïnspireerde opvoeders en leraren worden die in het nieuwe land [Israël] op scholen en kleuterscholen de opvoeding door en met muziek zouden verwezenlijken. De ”professor” belichaamde voor ons de westerse cultuur, de Europese kennis en denkwijzen. Kestenberg onderwees muziekgeschiedenis en muziekeducatie vanuit een breed cultuurhistorisch perspectief en bracht deze in verband met de meest verschillende wereldbeschouwingen. Hij legde bijvoorbeeld veel nadruk op de muziek en filosofie in het oude Griekenland, en hij probeerde ons Plato’s ideeën over onderwijzen en opvoeden bij te brengen. Hij sprak over het begrip ”pedagogische Eros”, die ons als leraren en opvoeders zou moeten vervullen. Zijn Hebreeuws was gebrekkig en hij moest zijn voordrachten schriftelijk voorbereiden, en zelfs dan verbasterde hij zijn woorden vaak zo grappig dat hij zichzelf en ons ermee aan het lachen kreeg. Toch was het een bijna plechtig gebeuren om naar hem te luisteren, ook al begrepen we vaak niet waar het eigenlijk over ging – we voelden dat het iets bijzonders was dat ons hier ten deel viel.

Alleen een realist gelooft in wonderen

Brieven van en aan Leo Kestenberg

Vertaling Janneke van der Meulen

Leo Kestenberg, geboren in 1882 in wat nu Slowakije heet, was pianist, pedagoog, publicist, socialistisch politicus, Duitser en jood. Zijn werkzaamheden als referent voor muzikale aangelegenheden bij het Pruisische ministerie voor Wetenschap en Cultuur vormden destijds een doorbraak in de vaak moeizame betrekkingen tussen de overheid, de kunstwereld en het onderwijs. Door de zogenaamde Kestenberg-Reform (1918-1932) werden binnen het muziekonderwijs – van kleuterschool tot universiteit – leerplannen ontwikkeld die tot op de dag van vandaag in gebruik zijn. Kestenberg zette een groot stempel op het muziekleven van de Weimarrepubliek. Als joodse kunstenaar en intellectueel, als socialist en muzikaal vernieuwer werd hij een mikpunt van de nationaal-socialisten, die hem eerst tot aftreden en daarna tot de exil dwongen. Vijf jaar, van ’33 tot ’38, verbleef Kestenberg in Praag, alvorens zich in Tel-Aviv te vestigen als leider van het Palestina Orkest. Hij ijverde daar voor een internationale muziekpedagogie en zette zich nadien in voor de opbouw van het muziekleven in de jonge staat Israël. Ondanks een in ernst toenemende oogkwaal bleef hij tot op hoge leeftijd privé-lessen aan jonge leerlingen geven, overtuigd als hij was van het universele belang van zijn credo, de ‘opvoeding tot menselijkheid door de muziek’. Leo Kestenberg stierf in 1962 in Tel-Aviv. Zijn nalatenschap wordt bewaard in het archief van de afdeling Israëlische Muziek van de ‘Yolanda and David Katz Faculty of the Arts’ aan de Universiteit van Tel-Aviv, Israël. De hier opgenomen brieven van en aan Kestenberg (van onder anderen Thomas Mann, Albert Einstein, Egon Petri en Tilla Durieux) zijn door Nexus geselecteerd uit de brievenverzameling van dit archief en verschijnen hier voor het eerst in druk.

Beste Egon, Ik was erg blij, ja, gelukkig met je kerstbrief. Uit alles wat je over je werk en je plannen schrijft, blijkt hoe levendig en rijk jouw dagen zijn en hoe jouw leven vol geordende geest verloopt. Gezien de chaotische geesteloosheid en rimboemuziek van dit tijdsgewricht, waarin wij als zogenaamde tijdgenoten gedoemd zijn te leven, is elke bezinning op het ons zo na staande ”jonge classicisme” van bezielend belang. En als ik nu aan het programma denk dat je me stuurde, dan kan ik me met behulp van je platen die ik hier op de radio heb gehoord, je transcendentaal-zwevende beheersing van de klankbetovering van de piano tot leven brengen. Niemand kan beter dan ik met je dwepen, kan de superieure helderheid en grootsheid van jouw (ha-ha-ha!) ”reproducties” beter naar waarde schatten dan ik, die al meer dan 50 jaar tot jouw bewonderaars behoor.