Tarkovski2-tw

De verzegelde tijd

Andrej Tarkovski
Vertaald door Arjen Uijterlinde
Historische Uitgeverij, 2022

Bestel dit boek via ons partnerprogramma met Athenaeum Boekhandel

Andrej A. Tarkovski junior, die zijn leven wijdt aan het uitdragen van zijn vaders werk, was een van de sprekers tijdens de Nexus-conferentie 2023.

Door Sterre Collee, Nexus-redacteur

‘Er bestaat een andere taal, een andere manier om elkaar te begrijpen’, schrijft een dochter haar moeder in een brief over filmmaker Andrej Tarkovski:

Door gevoelens en door beelden. Deze doorbreken het isolement en verenigen wat gescheiden is. De wil, het gevoel, de emoties nemen de belemmeringen weg tussen mensen die aan weerszijden van het spiegelglas stonden […]. Tarkovski zelf richt zich rechtstreeks tot de toeschouwers aan de andere kant van het filmdoek.

De filmmaker, die de brief later door de moeder krijgt toegestuurd, citeert het fragment instemmend in het voorwoord van zijn essaybundel De verzegelde tijd. Beschouwingen over de filmkunst. De bundel verscheen kort na zijn dood in 1986 voor het eerst in Nederlandse vertaling en werd eind vorig jaar voor de zesde maal herdrukt. Veel meer dan door de lovende, maar afstandelijke besprekingen en interpretaties die filmdeskundigen aan zijn films wijden, wordt Tarkovski geraakt door berichten van kijkers waaruit een emotionele of zelfs spirituele reactie op zijn werk blijkt. De films – en kunstuitingen in het algemeen – moeten niet op rationeel niveau worden ‘begrepen’ of ‘uitgelegd’, zo stelt hij, maar worden ervaren en zo persoonlijk mogelijk gevoeld.

Hoewel De verzegelde tijd vaak wordt gepresenteerd als de plek waar Tarkovski voor het eerst zelf over zijn beroemde films schreef, bevat het boek geen inhoudelijke analyses van zijn werk, maar gaat het in de eerste plaats over de aard en het doel van het kunstenaarschap, of meer specifiek van de filmkunst. Te midden van een snel veranderende wereld luidde het begin van de twintigste eeuw ook het begin in van de cinema. In welke moderne behoefte wilde de filmkunst voorzien? Wat waren de artistieke mogelijkheden van deze nieuwe beeldtaal? Wat bepaalt het unieke karakter van de film als kunstvorm?

In acht hoofdstukken en aan de hand van vele verschillende voorbeelden uit film, literatuur, muziek en schilderkunst, bezint Tarkovski zich in de bundel op zijn drijfveren als filmmaker, de kracht en noodzaak van ware kunst en de verantwoordelijkheden van de kunstenaar. Behalve werken uit zijn eigen oeuvre – waarvan hij vooral de totstandkoming beschrijft –, passeren onder meer films van Ingmar Bergman en Sergej Eisenstein de revue; gedichten van Poesjkin, Valéry en van zijn vader; symfonieën van Haydn en Bach; romans van Gogol, Tolstoj, Dostojevski, Mann en Proust en schilderwerken van Da Vinci, Degas, Picasso en Van Gogh. Allen laat hij een stukje vertellen van zijn eigen verhaal, waarin hij geleidelijk tot een complete visie op film en op kunst komt.

In Van Gogh herkent Tarkovski de overtuiging dat het kunstenaarschap een roeping en plicht is, waarmee je je volk moet dienen. De schilder, zo schrijft hij, ‘beschouwde het als zijn roeping om tot zijn laatste ademtocht met al zijn krachten te blijven worstelen met het materiaal dat het leven hem bood, en om de ideale waarheid die hierin schuilgaat aan het licht te brengen.’ Ook Tarkovski ziet zijn werk als filmmaker in de eerste plaats als een verantwoordelijkheid: een ‘voorbestemming’ waaraan hij voor eeuwig is ‘geketend’. Iedere kunstenaar heeft zijn talent ‘als door een wonder geschonken’ gekregen en dient hier op de juiste wijze mee om te springen, zodat de kunsten de wezenlijke, vormende rol kunnen spelen waar Tarkovski ze toe in staat ziet.

Kunst, gelooft de filmmaker, is niets minder dan het werktuig van de waarheid, die voor hem op mystieke wijze samenvalt met een notie van eenheid en oneindigheid, met een ideaal van goedheid en liefde. Op een minder abstract niveau stelt Tarkovski dat de kunstenaar haar publiek iets vertelt over de wereld en over de toeschouwer zelf. De laatste wordt door de eerste met de tegenstrijdigheden van het leven en van zijn eigen aard geconfronteerd; wordt geïnspireerd tot kritisch denken en oprecht voelen. (Volgens goed mystiek gebruik komt de toeschouwer zo in treden van zelfkennis en individuele bewustwording alsnog tot een intuïtieve indruk van de allesdoordringende waarheid of eenheid die achter de tegenstrijdigheden schuilgaat – of daarop mag althans worden gehoopt.)

Zoals het publiek de kunst op een intieme, persoonlijke manier moet beschouwen wil het voor haar missie vatbaar zijn, kan ook de kunstenaar zelf enkel haar artistieke plicht vervullen door puur en eerlijk vanuit zichzelf de werkelijkheid te beschouwen en etaleren. De waarheid die zij dient, is altijd de ‘eigen waarheid’, omdat ‘een andere, algemene waarheid [niet kan] bestaan’. De artistieke plicht bestaat er daarmee uiteindelijk vooral in om de eigen ervaring van de werkelijkheid, die in het geval van de kunstenaar zeldzaam direct en bewust is, met de wereld te delen. Het artistieke streven is om een taal te vinden waarin dit kan. Zowel filmmaker, dichter, schilder als musicus, aldus Tarkovski, ‘tracht zijn eigen beeld van de wereld te tonen, zodat andere mensen door zijn ogen naar de wereld kunnen kijken en zijn gevoelens, twijfels en gedachten kunnen ervaren.’

De verzegelde tijd volgt het denkspoor van een van de grootste filmmakers uit de westerse cultuurgeschiedenis. Het omvat theoretische bespiegelingen over de filmkunst; de ontstaansgeschiedenis van wereldberoemde films als Stalker, De spiegel, Nostalghia, Solaris en Andrej Roebljov en een overzicht van zowel Tarkovski’s artistieke voorbeelden als van de schrijvers, schilders en cineasten waar hij kritiek op had. Bovenal vormen de essays echter een pleidooi voor oprechtheid, intimiteit, bewustzijn, empathie en verantwoordelijkheid – gericht aan zowel de kunstenaar als de toeschouwer. Een steeds terugkerend motief in de bundel is Tarkovski’s felle kritiek op de huidige westerse samenleving, de hedendaagse omgang met de kunsten en de massacultuur, die samen alles ondermijnen waar de filmmaker voor staat. Moderne kunstenaars willen de gemeenschap niet meer dienen, maar enkel hun eigen individuele succes vergaren, en ook de ‘gewone mens’ heeft het besef van gemeenschappelijke waarden, van het schone en eeuwige verloren. ‘Ik ben er stellig van overtuigd’, schrijft Tarkovski in het nawoord van de bundel, dat ‘onze beschaving zich aan de rand van de ondergang bevindt.’ Maar zolang die ondergang zich nog niet heeft voltrokken, bieden de kunsten hoop. Zij leren hun publiek te voelen, denken en zien, en verstrekken daarmee de toegang tot een wereld van waarheid, eenheid en verbondenheid.