
The Eighth. Mahler and the World in 1910
Stephen Johnson
Faber & Faber, 2020
Door Florian Jacobs, filosoof en dichter
De macht van de muziek
‘In a concert performance of a symphony there was at least the possibility that,
for a precious hour or so, everyone’s mind might be focused on higher things.’
Op 12 september 1910 mochten de Münchense trams niet klingelen nabij de pas gebouwde Neue Musik-Festhalle. De chauffeurs was bovendien gevraagd om trager te rijden zodra ze bij het muziekpaleis kwamen. Die septemberavond stond de première van Gustav Mahlers achtste symfonie op het programma, en de metropolis was geheel en al in de ban van Mahler. De vijftigjarige dirigent en componist had eerder weliswaar weinig successen gekend bij de premières van zijn epische symfonieën, maar ditmaal was de Mahler-manie ongekend. Iedere kiosk in München was al dagen beplakt met imposante Mahler-posters, winkeletalages stonden vol Mahler-parafernalia en de boekwinkels stalden in groten getale een zojuist uitgekomen biografie van Mahler uit. In de kranten werd er al de hele week voorbeschouwd met analyses van de partituur, reportages en roddels. Een Bremense krant vermeldde zelfs dat er aan boord van een trein met als bestemming München een vechtpartij was uitgebroken toen een van de passagiers het waagde om de artistieke kwaliteiten van Mahler in twijfel te trekken. Alle tweeduizend stoelen waren uitverkocht. Wie ertoe deed, was er: Thomas Mann en zijn vrouw Katia, Richard Strauss, Stefan Zweig, de lijst is lang en indrukwekkend. Alma Mahler, de echtgenote van Gustav, was er natuurlijk ook. Net als haar jonge minnaar, Walter Gropius.
Deze achtste symfonie en haar betekenis voor de Mahlers en de muziekgeschiedenis, voor de jaren rondom 1910 en voor velen die haar deze septemberavond hoorden, is het thema van het boek The Eighth. Mahler and the World in 1910, geschreven door de ervaren muziekjournalist Stephen Johnson. Het boek is duidelijk voortgekomen uit intense bewondering voor de componist, en laat zich lezen als een ode aan de muzikale prestatie. De achtste symfonie van Mahler is de meest omvangrijke van al diens kolossale symfonieën, en de totstandkoming ervan is des te indrukwekkender als we de context waarin Mahler haar schreef lezen: hij schreef de symfonie te midden van stervende kinderen, een wegglijdend huwelijk, gezondheidsklachten van de componist en werk- en mediatumult. Toch voltooide Mahler zijn achtste symfonie in acht weken.
Johnsons boek bevat veel indrukwekkends. Het is genieten als we lezen hoe de repetities van de achtste symfonie verliepen aan de hand van ooggetuigenverslagen, en de beschrijving van de roes waarin Mahler zijn achtste symfonie op papier kreeg is onvergetelijk. Keer op keer staan we paf van de demonische krachten van de componist. Hij werkte zich het schompes als een van de meest gevraagde dirigenten ter wereld en trok zich in de zomermaanden terug om in een straf tempo eigen composities te schrijven. Mahler las alles, beulde zijn lichaam af en leefde zo gedisciplineerd als een monnik. En zijn achtste symfonie, zo wordt al snel duidelijk in dit boek, is volgens Johnson de grootste prestatie van dit zeldzame genie. Hierin verbindt Mahler al zijn muzikale en literaire kennis in een ultieme symfonie, een kunstvorm die volgens Mahler ernaar streeft om de hele wereld te omvatten.
Johnson is op zijn best als hij bewonderend over muziek schrijft. De gelijkenissen tussen Schubert en Mahler of Bruckner en Mahler zijn bijvoorbeeld zeer interessant, de muziekfilosofie van Mahler is om van te smullen en als Johnson aan het uitpluizen van de achtste symfonie begint komt hij al helemaal op stoom. Mahler kwam tot zijn muziek zoals menige dichter tot zijn creaties komt: hij verzamelde allerlei bronnen, besteedde extra aandacht aan alles wat hij muzikaal in verband met elkaar wilde brengen en vervolgens bulderde de ideeënstorm onophoudelijk op papier. ‘In the process of artistically objectifying his feelings, Mahler takes potentially painful emotions and transforms them into something beautiful, magnificent – perhaps the most affirmative function art can perform for us.’ Het was Mahler te moede alsof zijn wereldinstemmende symfonieën hem werden gedicteerd, een kunstenaarservaring die we bijvoorbeeld ook kennen van Mahlers grootste literaire voorbeeld, Fjodor Dostojevski. Wanneer Johnson de gelijkenissen van giganten als Dostojevski, Schubert, Bruckner en Mahler weet te verdiepen met een muzikaal element uit Mahlers Achtste, is zijn boek om van te watertanden.
Johnson is evenwel minder sterk in culturele en literaire geschiedenis: met name de passages over Thomas Mann deden me regelmatig een wenkbrauw optrekken. De relatie tussen diens novelle Der Tod in Venedig en Mahler is indirecter dan Johnson doet voorkomen en soms maakt hij slordige fouten, zoals wanneer hij het derde kind van Thomas en Katia Mann, Golo Mann, de broer van Thomas noemt. Bij deze kritiek hoort ook het vreemde gegeven dat het Duits in dit boek vol typefouten zit. Johnson citeert graag en veel, zeker uit de zangpartijen van de achtste symfonie en de literaire bronnen ervan, een middeleeuwse hymne en het tweede deel van Goethes Faust, maar is bij het overnemen van het Duits nalatig geweest: ‘ist’ wordt ‘is’, ‘mehr’ is ‘merh’ geworden en ‘Jauchzet’ treffen we aan als ‘Jacuhzet’. Het is te hopen dat de uitgever voor een eventuele herdruk iemand die het Duits machtig is naar de tekst laat kijken.
Zulke snelschrijverij roept weliswaar enige ergernis op, maar het enthousiasme en de vlotte journalistieke en persoonlijke schrijfstijl van Johnson maken alles goed. Hij opent de wereld van de achtste symfonie voor een groter publiek en schrijft steeds aanstekelijk, of hij nu driehoeksverhoudingen, bipolaire stoornissen of mediahetzes beschrijft. Wie wil weten wat dit alles met de achtste symfonie te maken heeft, of benieuwd is hoe het afloopt met Gropius en de Mahlers, die moet vooral dit boek lezen. Het erudiete The Eighth is een schatkist voor muziekliefhebbers en cultuurminnaars, en doet je smachten naar een tijd waarin culturele prestaties een wereldstad in rep en roer brachten. Dergelijke boeken brengen esthetische ervaringen dermate dichtbij dat we ze zo goed als zelf weten te beleven. Schaf het aan, laat Mahler door de kamer schallen en laat je overdonderen door een creatieve daad die aan de hele wereld uitdrukking geeft.
Lees ook:
- ‘Gustav Mahler, vertaler en profeet’ van Ivan Fischer
- ‘Gustav Mahlers antwoorden op de laatste vragen’ van Constantin Floros
- Nexus 59, ‘De laatste vragen van Gustav Mahler’