Nexus 22
Tijdschrift Nexus

Nexus 22

Nexus 22 bevat essays over de rol van cultuur in onze samenleving. Adam Zagajewski wijdde zijn Nexus-lezing 1998 aan de vraag naar de bestaansmogelijkheden van het verhevene in een vervlakte samenleving. De vertaalster van zijn poëzie, Clare Cavanagh, schrijft over de ethische achtergronden van Zagajewski’s werk.

Roger Scruton, Edward Timms en de pianist Charles Rosen schreven voor Nexus 22 over muziek, respectievelijk popmuziek, Karl Kraus’ muzikale thema’s en avant-gardemuziek. De schilder Avigdor Arikha besluit het nummer met een essay over de mogelijkheid kwaliteit in de schilderkunst waar te nemen.

Inhoudsopgave

Lectori salutem

Riemen omschrijft de twintigste eeuw als een eeuw waarin cultuur niet langer een vanzelfsprekendheid is: dit terwijl cultuur de samenleving inzicht kan bieden in wat moeilijk is, en een ontvankelijkheid voor waarheid en recht. Nexus 22 bevat een aantal essays over de rol van cultuur in onze samenleving.

Nu, aan het einde van deze eeuw, is de verhouding omgekeerd. Er is niet langer sprake van een in zichzelf gekeerde culturele wereld, maar van een maatschappij die elke interesse in de wereld van de geest onmogelijk wil maken.

De vervlakking en het verhevene

Nexus-lezing 1998

Vertaling Gerard Rasch

Zagajewski wijdt zijn essay aan de vraag naar de bestaansmogelijkheden van het verhevene in een vervlakte samenleving. Hij signaleert een zwakte die ‘een verschrompeling van de hoge stijl’ veroorzaakt en gaat op zoek naar het begin van en verklaringen voor deze ontwikkeling.

Maar de hoge stijl moge vandaag de dag niet voortkomen uit een afkeer van de moderniteit, wie weet komt – omgekeerd – de lage stijl, ironisch, banaal, vlak, minimalistisch, juist wel voort uit wrok, als reactie tegen onze goudgebekte voorgangers.

Poëtische ethiek

De gedichten van Adam Zagajewski

Vertaling Ineke van der Burg

Cavanagh gaat in op de ontwikkeling van de dichter Adam Zagajewski, om aan te tonen welke gevaren het verlangen naar politiek engagement van poëzie met zich meebrengt. Ze onderzoekt de ethische achtergronden van Zagejewski’s poëzie.

Ook Poolse critici die Zagajewski welgezind waren, hebben hem nu en dan verweten de ethiek op te geven voor de esthetiek […] Maar de acceptatie van die gemakkelijke tweedeling tussen kunst en ethiek zou een misvatting betekenen zowel van de aard van Zagajewski’s poëtisch project, als van het ethisch potentieel van de lyrische poëzie van niet alleen Oost-Europa maar van de hele moderne wereld.

De culturele betekenis van popmuziek

Vertaling Mea Flothuis

Scruton ziet popmuziek als het hart van de populaire cultuur. Hij gaat in op de kenmerken van deze muziek, op het gebied van de klank, en op sociologische aspecten als de relatie tussen de uitvoerder en de fan, de versmelting van het idool met zijn werk en de iconisering van het idool, en stelt dat deze muziek de jeugd de kunst van het horen verleert.

Het lijdt mijns inziens geen twijfel dat de voortdurende blootstelling aan pop de kunst van het horen aantast. Ik bedoel niet alleen dat mensen niet meer luisteren. Ik bedoel dat ze, hoe ingespannen ze ook luisteren, steeds minder horen.

Karl Kraus en de crisis van de muzikale cultuur

Vertaling Jan Willem Reitsma

Karl Kraus, beroemd Oostenrijks satiricus en criticus, is niet bekend om zijn geschriften over muzikale onderwerpen. Biograaf Edward Timms laat zien dat een aantal muzikale thema’s regelmatig terugkeren in het tijdschrift Die Fackel dat Kraus tussen 1899 en 1936 redigeerde. In zijn artikel voor Nexus bespreekt Edward Timms Kraus’ relatie tot de muziek, zich mede baserend op de studies ‘Karl Kraus liest Offenbach’ van Georg Knepler en ‘Alban Berg und Karl Kraus’ van Susanne Rohde. Timms laat zien dat ook elitaire kunst kan verworden tot een ideologiebevestigend instrument.

Kraus’ levenslange preoccupatie met de muziek culmineerde in de solorecitals van operettes van Offenbach die hij in de jaren twintig en dertig ten beste gaf, waarbij hij de middelen van de satirische muziek in stelling bracht tegen de maatschappelijke en politieke misstanden van zijn tijd.

Wie is er bang voor de avant-garde?

Vertaling Mea Flothuis

Rosen gaat in op een uitspraak van Julian Lloyd Webber, die hij als irrationele reactie op de invloed van de avant-garde analyseert. Rosen formuleert het probleem voor de hedendaagse muziek als tweeledig: zij vereist almaar meer ingespannen luisteren om tot begrip te komen, en daarnaast is het ondergaan van ‘levende’ muziek verdrongen door het luisteren naar cd’s. Hij pleit voor de noodzaak van nieuwe culturele uitingsvormen.

De moeilijkheid van eigentijdse muziek, en in het algemeen van veel moderne kunst en literatuur, wordt vaak onnadenkend toegeschreven aan een poging van de kunstenaar zich met zijn werk uitsluitend te richten op beroepsmusici, aan zijn onwil om zich te verlagen tot het niveau van het grote publiek. Integendeel: componisten, beeldend kunstenaars en schrijvers hebben altijd verlangd naar een breed succes – maar wel op hun voorwaarden.

Observaties van een schilder

Vertaling Ineke van der Burg

Arikha, een schilder die bevriend was met Samuel Beckett en Giacometti, stelde een aantal van zijn gedachten over de betekenis van kwaliteit in de schilderkunst en de mogelijkheden om die kwaliteit waar te nemen op schrift.

Maar een schilderij als een schilderij zien volstaat niet om je wereld te verruimen. Dat verreist iets meer van de kant van de schilder, en ook van de beschouwer vereist het iets meer dan louter herkenning: er moet in het schilderij iets blijven dat we niet kunnen vatten, en om dat te zien moet de gevoeligheid of het “oog” van de beschouwer het scherpst zijn.